e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
winterkoninkje winterkoninkje: winterköninkske (Beegden), wintjerköninkske (Beegden) Hoe heet de winterkoning? [DC 06 (1938)] III-4-1
winterwortelen moren: mōǝrǝ (Beegden) Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.] I-5
wipneus wipneus: wipnaas (Beegden) neus: wipneus [schortneus, boel, boelneus] [N 10 (1961)] III-1-1
wispelturig veranderlijk: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  verangerlik (Beegden) wispelturig [SGV (1914)] III-1-4
wisselvallig weer t weer staat te luimen]: loeͅréchtig (Beegden) niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] III-4-4
witte aalbes witte miemerten: mv: -e  witte mimerte (Beegden) [DC 13 (1945)] I-7
witte dovenetel witte doofnetel: wetǝ dǭfnētǝl (Beegden) Lamium album L. De dovenetelsoort (zie het lemma Dovenetel, Algemeen) met roomwitte bloemen. Deze soort komt zeer algemeen voor op wegbermen, in weilanden en op stortplaatsen en wordt 30 tot 60 cm hoog. De plant bloeit van april tot de herfst. Als de opgave identiek is aan die van het lemma Dovenetel, Algemeen, dan is deze hier niet nog eens opgenomen. Dit lemma kan alleen gelezen worden als aanvulling op het lemma Dovenetel, Algemeen. [A 13, 12a; monogr.] I-5
witte kool kappesmoes: kappesmoos (Beegden) witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7
witte kwikstaart koemusje: koemuske (Beegden), kwikstaart: kwiksjtert (Beegden), witte kwikstaart: witte kwiksjtert (Beegden) kwikstaart [SGV (1914)] || kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] III-4-1
witte waterlelie boterstang: (=karnton). Zo wordt de vrucht genoemd.  botersjtanj (Beegden), boterstangkruid: De plant.  botersjtangkroet (Beegden) witte waterlelie [DC 17 (1949)] || witte waterlelie, zaaddoos van [DC 17 (1949)] III-4-3