e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bingelrade

Overzicht

Gevonden: 1205
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuurkool zuurmoes: zoermous (Bingelrade) zuurkool [SGV (1914)] III-2-3
zwaaien zwaaien: schwaaie (Bingelrade) zwaaien [SGV (1914)] III-1-2
zwaard sabel: zabel (Bingelrade) zwaard (wapen) [SGV (1914)] III-3-1
zwager schoonbroer: schoonbrouwer (Bingelrade), zwager: šwoͅagər (Bingelrade) schoonbroeder [SGV (1914)] || zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)] III-2-2
zwak, slap zwak: šwaak (Bingelrade) zwak [DC 02 (1932)] III-1-1
zwarte kraai, kraai kraai: kroa (Bingelrade) kraai [SGV (1914)] III-4-1
zwavelx zwagel: šwêgel (Bingelrade) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zwemmen zwemmen: schwumme (Bingelrade) zwemmen [SGV (1914)] III-3-2
zweren, etteren zweren: schwêre (Bingelrade, ... ) etteren [SGV (1914)] || zweren (etteren) [SGV (1914)] III-1-2
zwerm zwerm: šwɛrm (Bingelrade) Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.] II-6