18551 |
broekzak achter |
vottentas:
vottetèsj (Q211p Bocholtz)
|
zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
boksentas:
bóksetèsj (Q211p Bocholtz)
|
broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20335 |
broer |
broer:
broor (Q211p Bocholtz, ...
Q211p Bocholtz)
|
broeder [DC 05 (1937)] || broer [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
22586 |
bromtol |
bruldop:
bruldop (Q211p Bocholtz, ...
Q211p Bocholtz),
Beide bekend onder de naam bruldop.
bruldop (Q211p Bocholtz)
|
Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)], [DC 24 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. II. als deze van blik en bontgekleurd is? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
34342 |
bronstig |
berig:
bīrex (Q211p Bocholtz)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
34141 |
bronstig op andere koeien springen |
rijden:
rīǝ (Q211p Bocholtz)
|
[N 3A, 9b]
I-11
|
20769 |
brood |
brood:
broeəd (Q211p Bocholtz),
brôêt (Q211p Bocholtz)
|
brood [DC 03 (1934)], [RND]
III-2-3
|
20710 |
broodje |
broodje:
Syst. Veldeke
bruudje (Q211p Bocholtz),
brödje (Q211p Bocholtz),
chrmoule (wa.):
Syst. Veldeke
sjeermoel (Q211p Bocholtz, ...
Q211p Bocholtz)
|
Wat verstaat u onder: sjeermoel (wittebroodje of krentenbroodje?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25500 |
broodoven |
oven:
ǭvǝnt (Q211p Bocholtz),
ǭǝvǝnt (Q211p Bocholtz)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|
20706 |
broodpop |
weggenman:
Syst. Veldeke
wekkemaan (Q211p Bocholtz)
|
Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|