e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ophanger lusje: luske (Geleen), løskǝ (Geleen) het lusje waarmee men de jas kan ophangen [N 59 (1973)] || Het lusje waarmee men de jas kan ophangen. [N 59, 125; Gi 1.IV, 37] II-7, III-1-3
ophitsen opstoken: opsjteuke (Geleen) een persoon of personen aanzetten tot ruzie [opstoken, hissen, opkitsen, oppinnen, opraden, aanlokken] [N 85 (1981)] III-1-4
ophouden met het werk ophouden: ophauwe (Geleen), uitscheiden: oetsjeie (Geleen, ... ) ophouden (m.h. werk) [SGV (1914)] || ophouden met werken [afscheiden, uitscheiden, ophouden] [N 85 (1981)] III-1-4
opleidingsgebouw opleidingsgebouw: ǫplęjdeŋsgǝbu (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Plaats waar men de aankomende mijnwerker in het vak schoolt. Met de afkorting T.W.I. wordt bedoeld "Training Works Instructions". De Bovengrondse Vakschool, de B.V.S., leidde op tot bankwerker en elektricien (Kemp pag. 35). [N 95, 24; N 95, 24 add.] II-5
opleppen optrekken: optrękǝ (Geleen) Een big met koemelk grootbrengen. [N 19, 16; N 19, 15; monogr.] I-12
opleren africhten: aafrichte (Geleen), lappen: lappe (Geleen) Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: jonge duiven (een paar kilometer van het hok) wegbrengen, om ze te leren [N 93 (1983)] III-3-2
opletten acht geven: ag gaeve (Geleen), opletten: oplĕtte (Geleen) aandacht geven, letten op [beletten, nikken] [N 85 (1981)] III-1-4
oplettend op haar qui-vive: op haer kieviev (Geleen), op zijn qui-vive: op zien kieviev (Geleen) oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)] III-1-4
opmaken opmaken: opmākə (Geleen), xɛlṭj upma:kə (Geleen) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opper huist: hūs (Geleen), hūst (Geleen) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3