e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge kip pul: pøl (Heerlen), pø̜l (Heerlen) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge vrouw juffrouw: juffrau (Heerlen), mamzel: mamsèl (Heerlen) juffrouw || ongetrouwde juffrouwetitel III-2-2
jongen jong: inne jong (Heerlen), jong (Heerlen, ... ), kute-nelis: mar.: combinatie van kwaad- en (cor) nelis??; cf. WNT (VII,2), kol. 5468, s.v. "kootjongen"met de olpmerking dat "koot"misschien afkomstig is van "kwaad"; zie echter ook in kol. 5467, s.v. Kooten - keuten"in de betekenis van dwaze streken uithalen of in de vorm van een spel met stenen werpen; cf. RhWb. (IV), kol. 1789-1790, s.v. Kute, Küte  koetnelles (Heerlen) jongeman || jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)] || jongen, knaap III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft jong: jong (Heerlen, ... ), jóng (Heerlen), liefste: leefste (Heerlen), mens: miensj (Heerlen, ... ), mĭĕnsj (Heerlen), vrijer: vri-jər (Heerlen) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: aa(n)sjtoande (Heerlen), jong: jóng (Heerlen), mens: miensj (Heerlen), mĭĕnsj (Heerlen), verloofde: verloofde (Heerlen), vərloofdə (Heerlen, ... ), soms  verloofde (Heerlen), vrijer: vri-jər (Heerlen) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
jongensblouse jongensbloes: jōngesbloees (Heerlen) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongste kind nakomertje: noakummerke (Heerlen) nakomertje III-2-2
jood jood: jüd (Heerlen, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Joedas (Heerlen) Judas [SGV (1914)] III-3-3
judaspenning judaspenning: WBD/WLD  jōēdàspènning (Heerlen) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3