| 24511 |
boomstronk |
boomkont:
bumkōnd (P055p Kermt),
gat:
gaot (P055p Kermt),
staart:
stoͅət (P055p Kermt)
|
boomstronk [ZND 07 (1924)] || boomstronk, de stomp-met-wortels van een afgehakte boom [N 27 (1965)]
III-4-3
|
| 34565 |
boomwagen |
boomkar:
bumkē̜r (P055p Kermt),
nuts:
nęts (P055p Kermt)
|
Een kar die bestaat uit twee grote wielen, een as en een lange dissel. Deze kar wordt gebruikt om bomen en andere lange, zware voorwerpen te vervoeren, die men onder de as met een ketting bevestigt. De as tussen de wielen is niet recht, maar als een halve cirkel naar boven gebogen. De boomstam wordt boven in de halve cirkel opgehangen. De boomwagen wordt meestal door twee paarden.getrokken. In het grootste deel van Belgisch Limburg gebruikt men voor de boomwagen een benaming die tot het woordtype huurst kan worden herkend (zie Verstegen 1940). Omdat dit type zoveel vervormingen kende, is het hieronder opgesplitst in drie ondertypes (huts, uts, nuts). [N 17, 6 + 15b; N G, 51; N 50, 12b; JG 1d; L 1a-m; L 14, 20; L 32, 83; monogr.]
I-13
|
| 33280 |
boon, algemeen |
bonen:
bonǝ (P055p Kermt),
boon:
bonj (P055p Kermt)
|
Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23]
I-5
|
| 18698 |
boordenknoopje |
hemdsknopje:
heməsknepkə (P055p Kermt)
|
boordeknoopje [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 19557 |
bordenrek, schotelrek |
theerekje:
tējreͅkskə (P055p Kermt)
|
rekje aan de wand waarop bordjes of sierbordjes worden geplaatst (teerekske) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 21302 |
borg |
borg:
borch (P055p Kermt),
bêrch (P055p Kermt)
|
borg [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
| 24981 |
borrelen (van water) |
bobbelen:
boobələ (P055p Kermt),
brobbelen:
broobələ (P055p Kermt)
|
bobbelen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
| 19563 |
borrelglaasje |
borrel:
boͅrəl (P055p Kermt)
|
jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 26141 |
borst |
borst:
bǫst (P055p Kermt)
|
Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2]
I-9
|
| 19497 |
borstel |
borstel:
bōsəl (P055p Kermt)
|
borstel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|