20159 |
jongen |
jong:
jong (L298p Kessel),
joong (L298p Kessel),
jóng (L298p Kessel)
|
jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
jong:
joong (L298p Kessel),
jóng (L298p Kessel),
liefste:
leefste (L298p Kessel)
|
Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
aansjtaonde (L298p Kessel),
jong:
jóng (L298p Kessel),
verloofde:
verloofde (L298p Kessel)
|
Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18737 |
jongenshemd? |
hemd:
hemd (L298p Kessel)
|
Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18735 |
jongensonderbroek? |
jongensonderboks:
jonges ongerboks (L298p Kessel)
|
Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18733 |
jongensondergoed? |
jongensondergoed:
jonges ongergood (L298p Kessel)
|
Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
20334 |
jongste kind |
aapje:
aapje
èpske (L298p Kessel),
benjamin:
benjamin (L298p Kessel),
kleine peuter:
kleine peuter (L298p Kessel),
ozelaar:
cf. WLD III, .4.2. p. 29 uit het lemma kleinste dier uit het nest s.v. "ozelaar"en "ozeltje
ozelèr (L298p Kessel),
scharkoekje:
sjerkeukske (L298p Kessel)
|
Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] || Wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)]
III-2-2
|
21335 |
jood |
jood:
joed (L298p Kessel, ...
L298p Kessel)
|
jood [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-3
|
23211 |
judas |
judas:
judas (L298p Kessel)
|
Judas [SGV (1914)]
III-3-3
|
21336 |
juffrouw |
juffer:
juffer (L298p Kessel)
|
juffer [SGV (1914)]
III-3-1
|