e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuringen

Overzicht

Gevonden: 2406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keelpijn keelpijn: kiilpɛ:n (Kuringen) keelpijn [RND] III-1-2
keerstrook, wendakker hoofdeinde: hitei̯n (Kuringen  [(een dwarsgeploegde strook van twee à drie voren tussen de "lange voren" en een nietgeploegde wendakker)]  ), hoofdpand: hi(t)pá.nt (Kuringen), hoofdvoor: hit˲vōr (Kuringen  [een van de voren die men op het hoofdeinde ploegt]  ) Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.] I-1
keffen keffen: keffen (Kuringen, ... ) keffen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-2-1
kegelen kegelen: kegele (Kuringen, ... ), ni do wjat nəmi gəke.gəlt (Kuringen) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] || Zij zijn aan het kegelen. [ZND 36 (1941)] III-3-2
kegels (mv.) kegels: bidə ke.gəls wjat nəmi gəspilt (Kuringen), kegels (Kuringen, ... ) Er zijn negen kegels. [ZND 36 (1941)] || met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder keller: kaller (Kuringen), kalər (Kuringen) kelder [RND], [ZND 36 (1941)] III-2-1
kerel kadee: kade. (Kuringen), kerel: kjaal (Kuringen), manskerel: Manskerel, manspersoon.  manskja.l (Kuringen) Een sterke kerel [ZND 27 (1938)] || kerel [RND] III-3-1
keren draaien: dręjǝ (Kuringen) Omkeren van de stof van een oud kledingstuk, zodat het er weer fatsoenlijk uitziet. In L 27, 74 is gevraagd naar het keren van een jas. [N 59, 190b; N 62, 21a; L 27, 74; MW] II-7
kermis foor: foer (Kuringen), kermis: kirməs (Kuringen), merge est kermes (Kuringen) kermis [RND] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)] III-3-2
kermistent barak: berak (Kuringen) Een kermistent [barak, schob]. [N 88 (1982)] III-3-2