e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kikkervisje dikkop: dikkop (Maaseik), koelekopje: kóuleköpkes (mv.) (Maaseik), poeterd: poeterd (Maaseik) dikkopjes, jong kikkerkroos || kikkervisje [ZND 34 (1940)] III-4-2
kin kin: ken (Maaseik) kin [N 10b (1961)] III-1-1
kind (algemene benaming) jong: lelijk jonk!  jónk (Maaseik), kind: keindch (Maaseik), keindj (Maaseik), keintsj (Maaseik), kench (Maaseik, ... ), kensj (Maaseik), kénzj (Maaseik) kind || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; dat kind [ZND 01 (1922)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)] III-2-2
kind (troetelnaam) babietje: babake (Maaseik), deugnietje: dögeneetche (Maaseik), dopje: döpke (Maaseik), engel: engel (Maaseik), engeltje: znd 11, B7  éngəkə (Maaseik), jong: jong (Maaseik), jongetje: jungske (Maaseik), kereltje: znd 11, B7  keerəlkə (Maaseik), kindje: znd 11, B7  kénnəkə (Maaseik), kleine schurk: kleine schork (Maaseik), liefje: leeveke (Maaseik), leveke (Maaseik), mannetje: menneke (Maaseik), znd 11, B7  ménnəkə (Maaseik), neusje: klein kind  noschke (Maaseik), schelmpje: schelmke (Maaseik), suik: sok (Maaseik), van "suiker  sók (Maaseik), suikeren door: #NAME?  sokkeren door (Maaseik), vrouwtje: klein meisje  vrouwke (Maaseik), znd 11, B7  vrouwkə (Maaseik), wijfje: klein meisje  wijfke (Maaseik), znd 11, B7  wīēfkə (Maaseik) kind || kind (troetelnaam) || kind; liefkozend woord tegenover kinderen gebruikt door ouders en volwassenen [ZND 11 (1925)] || klein kind || klein kindje || troetelnaam voor jongetje III-2-2
kind van een zus gezusterskinder: gəzustərsken’ər (Maaseik) gezusterskinderen [ZND 11 (1925)] III-2-2
kinderfluitje feep: fieëp (Maaseik), = [131]  fieëp (Maaseik) allerlei namen voor kinderfluitjes; geef ook aan waarvan ze gemaakt zijn en hoe ze heten [nachtegaal, blaasje, feep, moemel, noen] [N 112 (2006)] || een fluitje gemaakt uit de holle stengel van een paardebloem [fiepertje] [N 112 (2006)] III-3-2
kinderhemd kinderhemd: kènjerhumme (Maaseik) Kinderondergoed, kinderhemd [N 114 (2002)] III-1-3
kinderhemd? lijfje: liejfke (Maaseik) Onderhemd voor kinderen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van kinderen? [DC 62 (1987)] III-1-3
kinderkleren kinderkleren: kenjerkleijjer (Maaseik), keͅiŋərkleͅijər (Maaseik) kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)] || Kinderkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
kinderondergoed kinderondergoed: kenger ongergood (Maaseik), kènjerongergood (Maaseik), kènjeròngergood (Maaseik) Kinderondergoed, kinderhemd [N 114 (2002)] || Ondergoed voor kinderen. [DC 62 (1987)] III-1-3