24902 |
schoft, kwart van een werkdag |
schafttijd:
schaftied (Q095p Maastricht),
sjaftied (Q095p Maastricht),
schicht:
sjieg ? (Q095p Maastricht)
|
een vierde deel van een werkdag [schoft, schof, poos] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33970 |
schoftriem |
nekriem:
nɛkrēm (Q095p Maastricht)
|
Leren band van het borsttuig die over de schoft van het paard heen loopt. [N 13, 53]
I-10
|
33977 |
schoftzadel |
zadel:
zǭl (Q095p Maastricht)
|
Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.]
I-10
|
17964 |
schokschouderen |
de schouders optrekken:
de sjowers optrekke (Q095p Maastricht),
schokkeren:
schokkere (Q095p Maastricht),
schokschouderen:
schokschouweren (Q095p Maastricht)
|
schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
20649 |
schol |
schol:
sjol (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
Endepols
schol (Q095p Maastricht),
sjol (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
ideosyncr.
schol (Q095p Maastricht),
platvis
sjol (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
sjol (Q095p Maastricht),
sjōl (Q095p Maastricht),
sjòl (Q095p Maastricht),
WLD
sjòl (Q095p Maastricht),
¯nen iemeujetige reuk van oliekeuk en petatfrit, sjölkes, sjelvès, petrol en zeipluter
sjol (Q095p Maastricht),
scholletje:
sjulke (Q095p Maastricht),
sjölke (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
sjölkə (Q095p Maastricht),
WLD
sjölke (Q095p Maastricht)
|
Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)] || platvis || schol
III-2-3
|
24241 |
scholekster |
scholekster:
sjol-eekster (Q095p Maastricht)
|
scholekster (43 drukke zwart-witte vogel met rode bek; meest in de rivierstreek [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22371 |
schommel |
schokkel:
sjogkel (Q095p Maastricht),
sjoukəl (Q095p Maastricht),
sjoͅggeͅl (Q095p Maastricht),
sjoͅGəl (Q095p Maastricht),
sjoͅkəl (Q095p Maastricht),
/
sjoggel (Q095p Maastricht),
sjogkel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
sjogkel/ (Q095p Maastricht),
g als in Garçon
sjoggel (Q095p Maastricht),
gg wordt zeer zacht uitgesproken
sjoggel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
gg=zachte k
schoggel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
puntje boven elke g
šoggəl (Q095p Maastricht),
schommel:
schommel (Q095p Maastricht)
|
Het speeltuig bestaande uit een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft [schommel, touter, stuur, rui, boeis]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || schommel [SND (2006)] || Schommel. [ZND m] || schommel/ [SND (2006)] || Schommel: slingerplank. || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)]
III-3-2
|
22372 |
schommelen |
schokkelen:
sjogkele (Q095p Maastricht),
sjoukələ (Q095p Maastricht),
sjoͅGələ (Q095p Maastricht),
sjoͅkələ (Q095p Maastricht),
schommelen:
schommelen (Q095p Maastricht)
|
Schommelen: a) op (of: als op) een schommel heen en weer bewegen of doen bewegen. || Zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21277 |
school |
school:
de kinder zien nao sjaol (Q095p Maastricht),
šōͅl (Q095p Maastricht)
|
de kinderen zijn naar school [ZND 42 (1943)] || school [RND]
III-3-1
|
21425 |
schoolcijfer |
cijfer:
ciefer (Q095p Maastricht),
punt:
punt (Q095p Maastricht)
|
cijfer; Op een schoolrapport krijgt men voor verschillende vakken (een) .... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|