20159 |
jongen |
jong:
jhong (L216p Oirlo),
jòng (L216p Oirlo),
jongen:
jonge (L216p Oirlo),
jongetje:
jeunk ske (L216p Oirlo),
klotje:
klötje (L216p Oirlo)
|
jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)] || jongetje || jongetje in peuterleeftijd
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
jong:
jong (L216p Oirlo),
vrijer:
miene vrijer (L216p Oirlo),
vreejer (L216p Oirlo)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] || vrijer
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
oanstoande (L216p Oirlo),
ánstónde (L216p Oirlo),
jong:
miene jông (L216p Oirlo),
vrijer:
vreejer (L216p Oirlo)
|
aanstaande, verloofde, vriend(in) || Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
bloes (L216p Oirlo)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18737 |
jongenshemd? |
hemd:
hemd (L216p Oirlo)
|
Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18735 |
jongensonderbroek? |
jongensonderboks:
jongesonderboks (L216p Oirlo)
|
Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18733 |
jongensondergoed? |
jongensondergoed:
jongesondergoed (L216p Oirlo)
|
Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
20334 |
jongste kind |
jongste kind:
jòngste kiend (L216p Oirlo),
nakomertje:
naokummerke (L216p Oirlo)
|
jongste kind || nakomertje
III-2-2
|
21335 |
jood |
jood:
jud (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo)
|
jood [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-3
|
23211 |
judas |
judas:
Judas (L216p Oirlo)
|
Judas [SGV (1914)]
III-3-3
|