e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
honing honing: honeŋ (Panningen) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd hoofd: huit (Panningen), kop: kop (Panningen, ... ), kóp (Panningen), köp (Panningen) [N 10 (1961)]hoofd [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bolles: bölles (Panningen), knikkerd: B.v. hou m op ziene knikkert.  knikkert (Panningen), kuls: kêûls (Panningen), kö.ls (Panningen), tjiets: B.v. enne kaa:len tjiets.  tjiets (Panningen) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdbalken van de eg balken: bɛlǝk (Panningen) De rechte of lichtelijk gebogen, zwaardere balkjes van het egraam, die door de lichtere scheien op een bepaalde afstand van elkaar gehouden worden. Meestal zijn - vooral bij de vierhoekige eg - in deze balken de tanden aangebracht. Voor de plaatsen waar men voor de hoofdbalken van de eg geen aparte term gebruikt, zie men het vorige lemma. [JG 1a + 1b; N 11, 69a; N 11A, 155a; monogr.] I-2
hoofdbord bred: brēt (Panningen) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofddoek kopdoek: kopdook (Panningen) hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkaas hoofdvlees: huidfleis (Panningen), huidvleis (Panningen) hoofdkaas [DC 30 (1958)] || zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen hul: höl (Panningen) hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)] III-3-3
hoofdluis luis: WLD  loe.s (Panningen), luuÚ:s (Panningen), ’n loe.s (Panningen), moek: WLD bij paarden in de koot boven de hoef  de mōē.k (Panningen), pummel: WLD Additie bij vragen 12a t/m 19 (luizen): = mannelijk lid ; Bij een belachelijk klein verschil in maat, zegt men onder de bouwvaklui spottenderwijs: "t sjilt mér enne loe.zepummel  pummel (Panningen) hoofdluis [N 26 (1964)] || luis [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)] || moek, in de betekenis van dikke luis; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] III-4-2
hoofdpijn koppijn: koppien (Panningen) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2