25242 |
andere soorten sneeuw |
dikke vlokken:
dikke vlokken
diekə vlokkə (Q032p Schinnen)
|
verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
eigen spellingsysteem
angel (Q032p Schinnen),
WLD
angel (Q032p Schinnen)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
19312 |
angst |
angst:
angs (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen)
|
angst [SGV (1914)] || een min of meer beredeneerde vrees van iets hebbend [bang, schouw] [N 85 (1981)] || het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
30587 |
aniline kleurstoffen |
aniline:
anil ̇inǝ (Q032p Schinnen)
|
Kleurstoffen waarmee kunstmatige verflakken (teerverflakken) vroeger bereid werden. Volgens de invuller uit L 265 werden aniline kleurstoffen niet door de huisschilder gebruikt. [N 67, 12a]
II-9
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
violet:
-
flette (Q032p Schinnen)
|
tuinanjer [SGV (1914)]
III-2-1
|
21829 |
antwoorden |
antwoorden:
anjtwoorden (Q032p Schinnen)
|
ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
33494 |
appelboom |
appelboompje:
Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen
appelbömke (Q032p Schinnen)
|
[DC 03 (1934)]
I-7
|
21119 |
appels van de boom schudden |
schuddelen:
sjöddələ (Q032p Schinnen),
eigen spellingsysteem
sjöddele (Q032p Schinnen),
WLD
sjöddele (Q032p Schinnen)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
25922 |
appelstroop |
zoete appelsiroop:
zø̄tǝ ępǝlšrǫap (Q032p Schinnen)
|
Stroop, gemaakt van appelen. [N 57, 34b; N 57A, 6; N 38, 2; monogr.]
II-2
|
21848 |
arbeid |
werk:
ət wèrk (Q032p Schinnen),
werken:
wèrken (Q032p Schinnen)
|
het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|