21657 |
kosten |
doen:
doon (Q020p Sittard),
waat doon de bakke (Q020p Sittard),
waat doon de hounder (Q020p Sittard),
gaan:
waat geie de bagge (Q020p Sittard),
gelden:
Opm. is oudere benaming.
waat gelje de bigge (Q020p Sittard),
kosten:
waat koste de bakke (Q020p Sittard),
waat koste de bigge (Q020p Sittard),
waat mòt ’t koste? (Q020p Sittard),
waard zijn:
waat zeen ze waerd (Q020p Sittard)
|
aanbieden, Voor een bepaalde prijs te koop ~ [loven of geloven? zegt men wel: wat looft ge uw kippen = welke prijs vraagt ge ervoor?] [N 21 (1963)] || Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23274 |
koster |
koster:
köster (Q020p Sittard),
kəstər (Q020p Sittard)
|
De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)] || koster [RND]
III-3-3
|
23593 |
kosteres |
kosteres:
kösteres (Q020p Sittard)
|
Een vrouw die het kostersambt uitoefent [kosteres, kosterin, kosterse?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21339 |
kostganger |
kostganger:
kosgänger (Q020p Sittard)
|
kostganger [SGV (1914)]
III-3-1
|
21550 |
kostschool |
pensionaat (<fr.):
pensionaat (Q020p Sittard)
|
een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20650 |
kotelet, ribstuk |
karbonade:
karbenaat (Q020p Sittard),
kotelet:
cortelètte (Q020p Sittard),
kortelet (Q020p Sittard),
kortelët (Q020p Sittard),
ribstuk:
vlees aan de ribben van een geslacht dier
rubsjtök (Q020p Sittard)
|
Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] || cotelet || ribstuk
III-2-3
|
25168 |
koud, mistig en somber weer |
de mist snijdt door alles heen:
dae mis sjnit die daor alles (Q020p Sittard),
deisig:
(deisigger-deisichste).JK: correct overgenomen
deisich (Q020p Sittard),
JK: correct overgenomen
deizich (Q020p Sittard),
duister (weer):
duuster wêr (Q020p Sittard),
guur:
guur (Q020p Sittard),
het motregent:
⁄t motraegent (Q020p Sittard),
het zouwelt:
⁄t zauwelt (Q020p Sittard),
krank weer:
krank waer (Q020p Sittard),
mist:
⁄t is ein en al mis (Q020p Sittard),
mistig (weer):
het is mistig (Q020p Sittard),
mistig (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
moeg:
JK: correct overgenomen
moew (Q020p Sittard),
nevelachtig (weer):
nevelechtig waer (Q020p Sittard),
nevelig (weer):
nevelig (Q020p Sittard),
ongezond weer:
ongezōndj waer (Q020p Sittard),
schuiverig (weer):
sjoeverig waer (Q020p Sittard),
sjōēvərig (Q020p Sittard),
smuiregen:
(motregen).
sjmuiraege (Q020p Sittard)
|
donker [~ weer] [SGV (1914)] || koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] || mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || mistig, nevelig || mistige lucht [mok-, motlocht] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
19276 |
koude drukte maken |
bohei maken:
De Limburgse vormen met b en een tweeklank aan het eind sluiten m.i. het meest aan bij de vorm die ook in het Rijnland bekend is: Buhei. In het Rheinisches Wörterbuch deel I kol. 1106 vind je heleboel vormen onder dat trefwoord. Gezien ook de vormen in het WNT zou ik in dit geval voor een trefwoord kiezen dat wat dichter bij het Limburgse (en Rijnlandse) ligt: bohei.
behèij maake (Q020p Sittard)
|
drukte voor niets, kouwe drukte [bezwaai, pehaai, poehaai, behaai] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25235 |
koude mist |
het is zuur:
⁄t is zoer (Q020p Sittard),
koude mist:
kauwe mist (Q020p Sittard)
|
gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25109 |
koude noordenwind, bijs |
bijs:
bies (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
⁄n bies (Q020p Sittard),
⁄t bies (Q020p Sittard),
(bieze-bieske).
bies (Q020p Sittard),
(fr. bise, noordenwind; Eys: b?Ès, oostenwind)
bies (Q020p Sittard),
koude bijs:
kauw bies (Q020p Sittard),
koude wind:
winw kauwe wèndj (Q020p Sittard)
|
bies, koude wind || bijze, scherpe noordenwind || droge Noordenwind || koude [een ~ wind] [SGV (1914)] || koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)]
III-4-4
|