20159 |
jongen |
jong:
jong (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
jòng (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
jong (Q101p Valkenburg)
|
jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
caressant:
cf. fr. s.v. "caresser"en s.v. "caressant": dit laatste is een bijv.nmw.
caressant (Q101p Valkenburg),
jong:
jong (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
liefste:
leefste (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
leeste (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
leestə (Q101p Valkenburg),
mens:
miensch (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
minsj (Q101p Valkenburg),
vrijer:
vrieer (Q101p Valkenburg)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] || vrijer
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
aansjtaonde (Q101p Valkenburg),
aanstaonde (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
aansjtaondə (Q101p Valkenburg),
jong:
jong (Q101p Valkenburg),
liefste:
leefste (Q101p Valkenburg),
mens:
miensch (Q101p Valkenburg),
minsch (Q101p Valkenburg)
|
Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
bloes (Q101p Valkenburg)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20334 |
jongste kind |
moelgeschraps:
voor het jongste kind uit een groot gezin de uitdrukking: -; dit zijn bij elkaar geschraapte resten deeg uit de "moel"de mengtrog voor het brooddeeg; zie bij WNT s.v. "moel (I)"de diverse (gew.) vormen (o.a. "moelde"en "moele")
mŏĕllegesjreps (Q101p Valkenburg)
|
Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)]
III-2-2
|
33341 |
jongste knecht, manusje van alles |
varkensjong:
vɛrǝkǝsjǫŋ (Q101p Valkenburg),
varkensmaagd:
vɛrǝkǝsmāx (Q101p Valkenburg)
|
Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.]
I-6
|
24177 |
jongste vogeltje uit het nest |
kakjong:
kakjonk (Q101p Valkenburg)
|
een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21335 |
jood |
jood:
jut (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
jood [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-3
|
23211 |
judas |
judas:
judas (Q101p Valkenburg)
|
Judas [SGV (1914)]
III-3-3
|
24623 |
judaspenning |
jodenoor:
boomzwam. Judasoor, auricularia sambucéna
jüddeoir (Q101p Valkenburg)
|
jodenoor, oneetbare champignon
III-4-3
|