34481 |
jonge kip |
jonge hen:
joŋ hen (L268p Velden),
pul:
pøl (L268p Velden)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
20159 |
jongen |
jong:
jong (L268p Velden, ...
L268p Velden),
joong (L268p Velden),
jòng (L268p Velden)
|
jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
vrijer:
vreejer (L268p Velden),
vrejer (L268p Velden),
vrij-jer (L268p Velden)
|
Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanstande (L268p Velden),
aanstaonde (L268p Velden)
|
Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20334 |
jongste kind |
scharkoekje:
cf. Weijnen Etym. Wb. s.v. "scharkuukske, schaarkuukske"jongste in het gezin"eerste deel is van "scharren"en het tweede deel van "koekje
schaarkuukske (L268p Velden)
|
Wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)]
III-2-2
|
24177 |
jongste vogeltje uit het nest |
achterblijver:
achterbliever (L268p Velden)
|
jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21335 |
jood |
jood:
joed (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
jood [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-3
|
23211 |
judas |
judas:
judas (L268p Velden)
|
Judas [SGV (1914)]
III-3-3
|
21336 |
juffrouw |
juffrouw:
juffrouw (L268p Velden)
|
juffer [SGV (1914)]
III-3-1
|
18192 |
jurk |
jurk:
we zullen dij jurk los motte torne veur we⁄m kunne verangere (L268p Velden)
|
Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)]
III-1-3
|