34448 |
jonge geit |
geitje:
gęi̯tjǝ (L271p Venlo),
lammetje:
lɛmkǝ (L271p Venlo)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
19649 |
jonge kat |
katje:
ketje (L271p Venlo),
poesje:
poeske (L271p Venlo)
|
Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pø̜l (L271p Venlo)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
23569 |
jonge koorzanger |
koorzangertje:
koeerzengerke (L271p Venlo)
|
Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20314 |
jonge vrouw |
goje (hebr.):
gui (L271p Venlo),
guije (L271p Venlo),
vrouwtje:
vruikə (L271p Venlo)
|
jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] || Kent u het woord kuie of keuje of koje in de betekenis: meisje, jonge vrouw? [DC 30 (1958)]
III-2-2
|
20159 |
jongen |
boksenman:
bókseman (L271p Venlo),
cadet (fr.):
kedet (L271p Venlo),
gouden, onze -:
ooze golde"; cf. WNT s.v. "goud ...... gold
golde (ooze -) (L271p Venlo),
hans:
Venlo Wb. p. 144, 4. knaap
hens (L271p Venlo),
jong:
jong (L271p Venlo),
joong (L271p Venlo),
jóng (L271p Venlo),
jông (L271p Venlo),
jöng (L271p Venlo),
(o; bijna oo).
jong (L271p Venlo),
jongetje:
jungske (L271p Venlo),
cf. VD s.v. "jonkske
jungske (L271p Venlo),
knul:
knöl (L271p Venlo),
oud
knöl (L271p Venlo),
knullenvit:
knölleviet (L271p Venlo),
mannetje:
cf. VD s.v. "manneke
menke (L271p Venlo)
|
jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)] || jongetje || kereltje || knaap || knul || knul, jongen || vent, kerel
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
jong:
jong (L271p Venlo),
jóng (L271p Venlo),
jông (L271p Venlo),
jöng (L271p Venlo),
knul:
knul (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
knöl (L271p Venlo),
liefste:
leefste (L271p Venlo),
mannetje:
menke (L271p Venlo),
sjans:
schans (L271p Venlo),
miene schans"; cf. VD s.v. "sjans, sjaans"(Fr. chance) (sjans hebben) (Mar.: ik neem niet aan dat het iets met een takkenbos te maken heeft; cf. VD s.v. "schans")
schans (L271p Venlo),
vent:
vent (L271p Venlo),
ventje:
ventje (L271p Venlo),
vrijer:
vreejer (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
vreejər (L271p Venlo),
vrejjer (L271p Venlo),
vrijjer (L271p Venlo)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] || vrijer
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanstaonde (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
áánstaondə (L271p Venlo),
jong:
jóng (L271p Venlo),
verloofde:
verloofde (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
vrijer:
vreejər (L271p Venlo),
vrijjer (L271p Venlo)
|
geliefde, verloofde (mnl.) || Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
blouse (L271p Venlo),
bloës (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18737 |
jongenshemd? |
borstrok:
borsrok (L271p Venlo),
hemd:
haemp (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
hemp (L271p Venlo)
|
Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|