e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 1439
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijkeuken, achterkeuken achterkeuken: echterkeuke (Veulen), goot: goot (Veulen, ... ), stort: stort (Veulen, ... ) achterkeuken || bijkeuken || soort achterkeuken III-2-1
bijknippen v bloemen bijtoppen: beejtöppe (Veulen) bijknippen v bloemen III-2-1
bikkelen koten: koowtə (Veulen) Bikkelen (meisjesspel). [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
binnenplaats plaats: Zet die toffel már òp ur pláts òp de pláts As de slechter òp de pláts stöt, is \'t te laat um \'t vaerke te maeste: wanneer het voorval te gebeuren staat, is het te laat om (nog) maatregelen te nemen  pláts (Veulen) binnenplaats III-2-1
blaar blaar: blu.ər (Veulen) blaar [ZND A2 (1940sq)] III-1-2
bladrozet van de paardebloem suikerij: -  suikerij (Veulen) paardebloem, bladrozet van III-4-3
blaker blaker: blaoker (Veulen, ... ) blaker || kaarshouder III-2-1
blaren blaren: blø̜̄rǝ (Veulen) Het verschijnsel waarbij een verflaag plaatselijk van de ondergrond loslaat en er zwellingen ontstaan. Het blaren kan verschillende oorzaken hebben. De voornaamste zijn: vocht in het geschilderde materiaal en slechte hechting van de verflaag aan het materiaal. [L 32, 78; monogr.] II-9
blij blij: bliej (Veulen) blij III-1-4
bliksemafleider bliksemafleider: bliksemáflejjer (Veulen), bliksemtrekker: bliksemtrekker (Veulen) bliksemafleider III-2-1