18798 |
begrip, besef |
belul:
belul (L244a Veulen),
benul:
bəny(3)l (P196p Veulen),
bezei:
bezeej (L244a Veulen)
|
benul, begrip (hij heeft er geen - van) [ZND B1 (1940sq)] || benul, notie || verstand, begrip
III-1-4
|
31305 |
beitel |
beitel:
bējǝtǝl (P196p Veulen)
|
De algemene benaming voor het stalen werktuig met een wigvormige snede dat dient om bijvoorbeeld gaten of uitsparingen in hout te steken of te hakken. Beitels die door houtbewerkers worden gebruikt, bestaan uit een beitelblad dat aan de onderzijde in een snede uitloopt en aan de bovenzijde via een versmalling, de hals, en vervolgens een verbreding, de borst, in een pin eindigt. Deze pin, de arend, wordt in het houten handvat van de beitel gestoken. Zie ook afb. 63 en vgl. het lemma ɛbeitelɛ in Wld II.11, pag. 33. Het betreft daar de beitel met een andere vorm die door de smid wordt gebruikt bij het doorhakken en splijten van koud of verhit metaal.' [N 53, 34a; N G, 24; L 1a-m; L 21, 12; L 45, 12a; L A2, 434; A 14, 12a; monogr.]
II-12
|
31451 |
bektang, buigtang |
kraaienbek:
krē̜jǝn˱bɛk (L244a Veulen
[(tangetje met ronde bekken)]
)
|
In het algemeen een tang met platte, halfronde en/of spitse bekken waarmee men metaaldraad of -plaat kan vastklemmen en buigen. De benen van deze tang zijn doorgaans gebogen. Zie ook afb. 147. De zegsman uit Q 9 vermeldt dat de kraaienbek werd gebruikt om de ijzerdraadjes te buigen die werden gebruikt voor rozenkransen. Vergelijk de woordtypen rozenkranstang (Q 113, Q 121c) en nostertangetje (Q 99*). [N 33, 165; N 33, 171a-b; N 33, 181; N 64, 47c; L B2, 228; monogr.]
II-11
|
25103 |
benauwd en vochtig weer |
vochtig (weer):
fatix (P196p Veulen)
|
zwoel, drukkend warm (mof, smoel) [ZND B2 (1940sq)]
III-4-4
|
31690 |
benedenstuk van de boom |
konteinde:
kōnt˱ē̜nt (L244a Veulen)
|
Zie ook afb. 1a. [N 50, 7a; N 75, 86c; monogr.]
II-12
|
17860 |
bengelen |
wiegelen:
wigələ (P196p Veulen)
|
bengelen [ZND B2 (1940sq)]
III-1-2
|
19287 |
benieuwen |
s nieuws zijn:
’s neejs (L244a Veulen)
|
benieuwd, nieuwsgierig
III-1-4
|
24916 |
bergx |
berg:
bɛ.rx (P196p Veulen)
|
berg [ZND A1 (1940sq)]
III-4-4
|
19540 |
berkenbezem |
rijsbezem:
riēsbessem (L244a Veulen)
|
bezem, gemaakt van berketakken
III-2-1
|
20790 |
beschuit |
beschuit:
beschuut (L244a Veulen)
|
beschuit
III-2-3
|