e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bek muil: WLD  moel (Vijlen) Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)] III-4-2
bekvechten disputeren (<fr.): Van Dale: disputeren (&lt;Fr.), wetenschappelijk redetwisten; - kibbelen, twisten.  dis-pu-tee-re (Vijlen) redetwisten [SGV (1914)] III-3-1
belastingbiljet aanslag: ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft! (wellicht wordt er gewoon aanslaag bedoeld?!).  a. slaag (Vijlen) het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)] III-3-1
beloken pasen gebroken pasen: gebroake Poasche (Vijlen) beloken Paschen [SGV (1914)] III-3-3
bemesten mesten: męstǝ (Vijlen) De in dit lemma opgenomen woorden betekenen "mest in het land doen, het land vruchtbaar maken met stalmest". Ze worden doorgaans gebruikt in combinatie met "akker", "(stuk) land" e.d., ook al is dit object - behoudens een enkele uitzondering - bij de onderstaande woordtypen er niet bij vermeld. Voor mesten in de zin van "mest naar het land brengen" en "mest over het land uitspreiden" zie men de lemmata mest uitrijden en mest verspreiden. [JG 1a + 1b; N 11, 14; N 11A, 1; L 1a -m; L 31, 18; S 23; mongr.] I-1
benamingen van het paard naar de leeftijd paard: pē̜ǝt (Vijlen, ... ), veulen: vȳǝlǝ (Vijlen, ... ) Namen voor het onderscheid naar de leeftijd zijn talrijk. Specifieke namen treffen wij vooral aan tijdens de ontwikkeling van jong veulen tot paard. Na één jaar is het een jaarling. Wordt het op anderhalve à tweejarige leeftijd voor het eerst met een merrie voor een voertuig gespannen, dan heet het aanspanner of achttienmaander. Zijn de veulens na circa twee jaar volwassen geworden, dan zijn het tweejarigen of twenters. Nadien worden nog weinig specifieke namen volgens de leeftijd gegeven, behalve als de paarden (te) oud geworden zijn: ouder paard (zes tot twaalf jaar), oud paard (dertien jaar en meer). De leeftijd van een paard kan worden vastgesteld aan de hand van het gebit. Als alle vaste snijtanden volledig doorgekomen zijn, heeft het een "volwassen gebit". Vanaf nu wordt de leeftijd bepaald op grond van de veranderingen die zich op het kauwvlak van de ondertanden voltrekken en van de hoek die de ondertanden met deze uit de bovenkaak vormen. Tot achtjarige leeftijd is de ouderdom nauwkeurig vast te stellen; daarna wordt het wat moeilijker en noemt men een paard aftands. [A 32, 11a, 11b, 11c, 11d, 11e en 11f; A 45, 28a; N 8, 5, 15, 20, 62f en 62g; monogr.] I-9
benauwd en vochtig weer zwoel (weer): schweul (Vijlen) drukkend warm, gezegd van het weer [zwoel, mof, zoel, flauw, smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
bergtop spits: der schpits (Vijlen) top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)] III-4-4
bernagie borage: (bij afbeelding 71 (Heukels 41)  booraasch (Vijlen), boorasch (Vijlen) Bernagie (borrago officinalis). Forse, soms 50 cm hoge plant met grote blauwe, soms witte bloemen als vijfpuntige sterren, waaruit 5 lange, tegen elkaar gedrukte helmknoppen als een snavel vooruitsteken. Grote witachtige kroonschubben. De onderste bladere [N 92 (1982)] III-4-3
beschimmeld schimmelig: schŭmelich (Vijlen) beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3