e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bestek geschier: gəšīər (Vijlen) bestek III-2-1
bestelde mis bestelde mis: besjtilde mees (Vijlen) Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
bestendig weer vast (weer): vas weer (Vijlen) lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)] III-4-4
besvrucht, algemeen kers: kie-esj (Vijlen), kersje: kie-esje (Vijlen) bes [SGV (1914)] || bessen [SGV (1914)] I-7
beteuterd beteuterd: beteutert (Vijlen), van streek: va striejk (Vijlen) beteuterd [SGV (1914)] || van zijn stuk gebracht, van streek [bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] III-1-4
betrekken (lucht) zich gaan betrekken: geet zich betrèkke (Vijlen) eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)] III-4-4
beuk beuk: beuk (Vijlen), -  beuk (Vijlen), buk (Vijlen), beukenboom: -  bukkeboom (Vijlen), rode beuk: -  roeə buk (Vijlen) beuk [SGV (1914)] || beuk (Fagus) [DC 39 (1965)] III-4-3
beukennootje beukelnootje: korte oo  bookəlnusjərə (Vijlen), beukennootje: -  beukenutjes (Vijlen) beukennootje [DC 39 (1965)] III-4-3
beurs hinten in de kerk: hinge in de kirk (Vijlen) De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)] III-3-3
beurse plek bluts: WLD  bleutsch (Vijlen) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3