e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

Gevonden: 4029
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
barbeel barbeel: ideosyncr.  barbeel (Vlodrop) Hoe noemt u de barbeel: een zoetwatervis. De buikvinnen staan ver achter de borstvinnen, ter hoogte van de rugvin. Het lichaam is lang en slank en de staartvin is diep ingesneden. De bek heeft geen tanden, wel dikke lippen, waarvan de bovenste lange baard [N 83 (1981)] III-4-2
barensweeën ween: weeje (Vlodrop) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 84 (1981)] III-2-2
barrevoets barrevoets: baerəvəs (Vlodrop) blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: buskuul (Vlodrop) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
basiliek basiliek (<lat.): bazeliek (Vlodrop) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
bazige vrouw oud wijf: auwt wief (Vlodrop) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bed bed: beͅt (Vlodrop) bed [RND] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen geniepige, een ~ (zn.): gniepigge (Vlodrop), steken: sjteike (Vlodrop) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar stumperd: sjtumpert (Vlodrop) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarstehuis schorem: sjorem (Vlodrop) een instelling waar bedelaars worden opgenomen en verzorgd [kaloentjes, kalonie, kalennis] [N 90 (1982)] III-3-1