e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met grote stappen lopen grote treden maken: groe.te treije maken (Weert), plavuizen treden: plevuuze trei-je (Weert), stappen: stappe (Weert), treden: treije (Weert), trééje (Weert), wijd treden: wieet trèje (Weert) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)] III-1-2
met halve zeilen half zeil: halǝf ˲zęjl (Weert), rond half: rǫnt halǝf (Weert) Gezegd van een molen wanneer hij draait met de zeilen voor de helft opgerold. Zie ook afb. 44B. [N O, 7i; A 42A, add.; A 42A, 74 add.; N O, 5i; N O, 5h; N O, 7h] II-3
met kleine hapjes eten pitsen: pitse (Weert) Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)] III-2-3
met kleppers rondlopen klepperen: Met twee platte houtjes ("kleppers") tussen wijs- en ringvinger van de rechterhand ontstond door juiste beweging een ritmisch geluid.  kleppere (Weert) Klapperen, een geliefd jongensspel. III-3-2
met opgeheven staart rondlopen biezen: bezǝ (Weert), bizǝ (Weert) [N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
met paard en kar rijden varen: vārǝ (Weert) [JG 1b, 2c; N 8, 100; Wi 33; monogr.] I-10
met paard en koets rijden, paardrijden rijden: rii̯ǝ (Weert) Het paard besturen als het voor de koets gespannen is, of als het als rijdier gebruikt wordt. Deze twee begrippen worden terminologisch niet onderscheiden. [JG 1a, 1b; Wi 29; monogr.] I-10
met sneeuwballen gooien sneeuwballen goezen: snieebel goeze (Weert) Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)] III-3-2
met snelheid over iets heen vliegen schieten: scheete (Weert) vliegen: Met snelheid over iets heen ~ (snoeken). [N 84 (1981)] III-1-2
met tussenpozen regenen bijzen: bieze (Weert, ... ), biezen (Weert), buien: buie (Weert) af en toe regenen [veuren] [N 81 (1980)] || af en toe wat regenen || regenen bij tussenpozen [buien, sjoelen] [N 22 (1963)] III-4-4