21581 |
sjacheren |
afdrogen:
ps. omgespeld volgens Frings.
ōͅfdrøi̯gə (P222p Opheers),
afluchsen (<du.):
aafloekse (Q111p Klimmen),
aftroggelen:
ps. omgespeld volgens IPA.
āftrugələ (L420p Rotem),
afzetten:
ps. omgespeld volgens Frings.
a͂fseͅtə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
belazeren:
belaazerre (Q111p Klimmen),
bemieteren:
bemietterre (Q111p Klimmen),
beschijten:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
besjīēte (Q111p Klimmen),
betoppen:
Van Dale: betoppen, (gew.) bedotten, bedriegen.
betoepen (Q039p Hoensbroek),
betoeppe (Q111p Klimmen),
bezeiken:
bezeike (L429p Guttecoven, ...
Q111p Klimmen),
foetelen:
fōēëtele (Q039p Hoensbroek),
Opm. is niet eerlijk zijn.
fōētele (L265p Meijel),
ps. omgespeld volgens Frings.
futələ (P176p Sint-Truiden),
fūtələ (Q209p Teuven),
fotsen:
vgl. Sittard Wb. (pag. 103): fósje, knoeien, bedriegen.
foesche (Q032a Puth),
foesje (Q111p Klimmen),
hoetelen:
Van Dale: hoetelen, 3. (gew.) in het klein handelen.
hoetele (L287p Boeket/Heisterstraat),
hosselen:
hoesj-sjele (L322a Nunhem),
iemand bij de poten hebben:
eemes biej de pĕŭt höbbe (L322a Nunhem),
joden:
ps. omgespeld volgens Frings.
jydə (L355p Peer),
kloten:
klôôte (Q111p Klimmen),
knommelaar (zn.):
vgl. Sint-Truiden Wb. (pag. 143): knoemeleer, 1. knoeier; 2. oneerlijk iemand.
knoməleͅir (P186p Gelinden, ...
P197p Heers),
koetelen:
koeddelle (Q111p Klimmen),
koedele (Q204a Mechelen),
koetele (L432p Susteren),
ps. omgespeld volgens Frings.
kudələ (Q209p Teuven),
schacheren:
Verkoopen, schacheren.
schachere (P176p Sint-Truiden),
sjachelen:
schachele (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
sjachele (L360p Bree, ...
L381p Echt/Gebroek,
L290a Egchel,
L320a Ell,
Q018p Geulle,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L322p Haelen,
L330p Herten (bij Roermond),
L292p Heythuysen,
L246p Horst,
L246p Horst,
L369p Kinrooi,
L434p Limbricht,
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
L321p Neeritter,
L216p Oirlo,
Q033p Oirsbeek,
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard,
L432p Susteren,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L289p Weert,
Q201p Wijlre,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
sjachelen (L295p Baarlo, ...
L327p Beegden,
L269p Blerick,
L381p Echt/Gebroek,
L353p Eksel,
Q039p Hoensbroek,
Q028p Jabeek,
Q095p Maastricht,
L294p Neer,
L427p Obbicht,
L373p Roosteren,
Q020p Sittard,
L318b Tungelroy,
L268p Velden,
L271p Venlo,
Q104p Wijk),
sjachelle (Q018p Geulle),
sjacheln (Q104p Wijk),
sjachəllə (L425p Grevenbicht/Papenhoven, ...
L425p Grevenbicht/Papenhoven),
sjaggele (Q204a Mechelen),
sjáchələ (L271p Venlo),
šaxələ (Q012p Rekem),
(Koophandel).
šachələ (P048p Halen),
[Sjachelen]
sjachele (Q188p Kanne),
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjàchele (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!
sja.ggele (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjachele (Q097p Ulestraten),
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
sjachele (Q198p Eijsden),
Bedrieglijk verkoopen of koopen.
schachele (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
Gedurig ruilen en aftruggelen.
sjachələn (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
Opm. betekent hier een klein beetje handelen.
sjachele (L295p Baarlo),
Opm. dit woord wordt ook gebruikt.
sjachele (L428p Born),
ps. omgespeld volgens Frings.
sjagələn (K278p Lommel),
sjāxələ (K361p Zolder),
šaxələ (Q071p Diepenbeek, ...
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q077p Hoeselt,
Q077p Hoeselt,
L369p Kinrooi,
L372p Maaseik,
L372p Maaseik,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L416p Opglabbeek,
Q012p Rekem,
Q093p Rosmeer,
P107a Rummen,
Q096d Smeermaas,
L423p Stokkem,
Q209p Teuven,
Q162p Tongeren,
Q178p Val-Meer,
L368b Waterloos,
Q078p Wellen,
Q079a Wintershoven,
P044p Zelem,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
šəxaeə (P054p Spalbeek),
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de a met een rondje erboven staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling.
šaxələ (Q176a Ketsingen),
ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?
šaxələ (L317p Bocholt),
ps. omgespeld volgens IPA.
šaxələ (L314p Overpelt, ...
Q162p Tongeren),
vgl. Venlo Wb. (pag. 238): sjachele, sjacheren.
sjòòchele (L290p Panningen),
sjacheraar (zn.):
eine sjacheraer (Q020p Sittard),
sjacheren:
schachere (Q113p Heerlen),
schacheren (Q039p Hoensbroek),
schjachere (Q112a Heerlerheide, ...
Q101p Valkenburg),
sjachere (L287p Boeket/Heisterstraat, ...
L428p Born,
L360p Bree,
Q119p Eygelshoven,
Q193p Gronsveld,
L330p Herten (bij Roermond),
Q187a Heugem,
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
Q100p Houthem,
L377p Maasbracht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L433p Nieuwstadt,
Q033p Oirsbeek,
Q198b Oost-Maarland,
Q032a Puth,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
Q020p Sittard,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
Q117a Waubach,
L289p Weert),
sjacheren (Q113p Heerlen, ...
Q187a Heugem,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q020p Sittard,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond),
sjacherre (Q111p Klimmen),
sjachərə (L426z Holtum),
sjaggere (L383p Melick, ...
L383p Melick),
sjakkeren (L364p Meeuwen),
sjàchere (L329p Roermond),
[Sjacheren]
sjachərən (L286p Hamont),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
sjachere (Q113a Welten),
Opm. met een verachterlijke betekenis, d.w.z. verachtelijk is te sterk uitgedrukt.
sjachere (L289b Leuken),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
schāchere (Q098p Schimmert),
ps. omgespeld volgens Frings.
sjaxərə (L355p Peer),
sxaxərən (L286p Hamont),
šaxərə (L317p Bocholt, ...
Q004p Gelieren/Bret,
Q002p Hasselt,
P050p Herk-de-Stad,
L316p Kaulille,
P055p Kermt,
L422p Lanklaar,
K278p Lommel,
P051p Lummen,
Q096c Neerharen,
L416p Opglabbeek,
L371p Ophoven,
Q003a Oud-Waterschei,
Q012p Rekem,
L420p Rotem,
P176p Sint-Truiden),
šaxərən (L422p Lanklaar),
⁄šāxərə (K361a Boekt/Heikant),
ps. omgespeld volgens IPA.
šaxərən (L282p Achel),
sjachteren:
schachtere (L159a Middelaar),
sjatsen:
sjatsen (L326p Grathem),
smokkelen:
ps. omgespeld volgens Frings.
smoͅkələ (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
smousen:
ps. omgespeld volgens Frings.
smuəsə (Q078p Wellen),
smøͅu̯əsə (P054p Spalbeek),
snageren:
vgl. Sittard Wb. (pag. 380): sjnaagere, onrijp fruit eten; de lekkerste hapjes uitkiezen.
sjnaagerre (Q111p Klimmen),
striegelen:
ps. omgespeld volgens Frings.
strīgələ (Q156p Borgloon, ...
Q156p Borgloon),
troggelen:
[Sjacheren]
trugele (Q077p Hoeselt),
tuisen:
B.v. Weelde oauwe gloaze knikker toesen vur twie-j-e huven?
toesən (L282p Achel, ...
L286p Hamont),
Ik heb al mijn knikkers getuist.
tūsə (L286p Hamont),
verfoetelen:
verfoetele (Q188p Kanne)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] || Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] || marchanderen [ZND 01 (1922)] || sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)] || Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)] || Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)] || Tuisen: 1. ruilen, sjacheren. || Tuisen: ruilen, sjacheren.
III-3-1, III-3-2
|