e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sjacheren afdrogen: ps. omgespeld volgens Frings.  ōͅfdrøi̯gə (Opheers), afluchsen (<du.): aafloekse (Klimmen), aftroggelen: ps. omgespeld volgens IPA.  āftrugələ (Rotem), afzetten: ps. omgespeld volgens Frings.  a͂fseͅtə (Zichen-Zussen-Bolder), belazeren: belaazerre (Klimmen), bemieteren: bemietterre (Klimmen), beschijten: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  besjīēte (Klimmen), betoppen: Van Dale: betoppen, (gew.) bedotten, bedriegen.  betoepen (Hoensbroek), betoeppe (Klimmen), bezeiken: bezeike (Guttecoven, ... ), foetelen: fōēëtele (Hoensbroek), Opm. is niet eerlijk zijn.  fōētele (Meijel), ps. omgespeld volgens Frings.  futələ (Sint-Truiden), fūtələ (Teuven), fotsen: vgl. Sittard Wb. (pag. 103): fósje, knoeien, bedriegen.  foesche (Puth), foesje (Klimmen), hoetelen: Van Dale: hoetelen, 3. (gew.) in het klein handelen.  hoetele (Boeket/Heisterstraat), hosselen: hoesj-sjele (Nunhem), iemand bij de poten hebben: eemes biej de pĕŭt höbbe (Nunhem), joden: ps. omgespeld volgens Frings.  jydə (Peer), kloten: klôôte (Klimmen), knommelaar (zn.): vgl. Sint-Truiden Wb. (pag. 143): knoemeleer, 1. knoeier; 2. oneerlijk iemand.  knoməleͅir (Gelinden, ... ), koetelen: koeddelle (Klimmen), koedele (Mechelen), koetele (Susteren), ps. omgespeld volgens Frings.  kudələ (Teuven), schacheren: Verkoopen, schacheren.  schachere (Sint-Truiden), sjachelen: schachele (Milsbeek, ... ), sjachele (Bree, ... ), sjachelen (Baarlo, ... ), sjachelle (Geulle), sjacheln (Wijk), sjachəllə (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), sjaggele (Mechelen), sjáchələ (Venlo), šaxələ (Rekem), (Koophandel).  šachələ (Halen), [Sjachelen]  sjachele (Kanne), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  sjàchele (Maastricht), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!  sja.ggele (Maastricht), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  sjachele (Ulestraten), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  sjachele (Eijsden), Bedrieglijk verkoopen of koopen.  schachele (Zichen-Zussen-Bolder), Gedurig ruilen en aftruggelen.  sjachələn (Sint-Huibrechts-Lille), Opm. betekent hier een klein beetje handelen.  sjachele (Baarlo), Opm. dit woord wordt ook gebruikt.  sjachele (Born), ps. omgespeld volgens Frings.  sjagələn (Lommel), sjāxələ (Zolder), šaxələ (Diepenbeek, ... ), šəxaeə (Spalbeek), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de a met een rondje erboven staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling.  šaxələ (Ketsingen), ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  šaxələ (Bocholt), ps. omgespeld volgens IPA.  šaxələ (Overpelt, ... ), vgl. Venlo Wb. (pag. 238): sjachele, sjacheren.  sjòòchele (Panningen), sjacheraar (zn.): eine sjacheraer (Sittard), sjacheren: schachere (Heerlen), schacheren (Hoensbroek), schjachere (Heerlerheide, ... ), sjachere (Boeket/Heisterstraat, ... ), sjacheren (Heerlen, ... ), sjacherre (Klimmen), sjachərə (Holtum), sjaggere (Melick, ... ), sjakkeren (Meeuwen), sjàchere (Roermond), [Sjacheren]  sjachərən (Hamont), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  sjachere (Welten), Opm. met een verachterlijke betekenis, d.w.z. verachtelijk is te sterk uitgedrukt.  sjachere (Leuken), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  schāchere (Schimmert), ps. omgespeld volgens Frings.  sjaxərə (Peer), sxaxərən (Hamont), šaxərə (Bocholt, ... ), šaxərən (Lanklaar), ⁄šāxərə (Boekt/Heikant), ps. omgespeld volgens IPA.  šaxərən (Achel), sjachteren: schachtere (Middelaar), sjatsen: sjatsen (Grathem), smokkelen: ps. omgespeld volgens Frings.  smoͅkələ (Niel-bij-St.-Truiden), smousen: ps. omgespeld volgens Frings.  smuəsə (Wellen), smøͅu̯əsə (Spalbeek), snageren: vgl. Sittard Wb. (pag. 380): sjnaagere, onrijp fruit eten; de lekkerste hapjes uitkiezen.  sjnaagerre (Klimmen), striegelen: ps. omgespeld volgens Frings.  strīgələ (Borgloon, ... ), troggelen: [Sjacheren]  trugele (Hoeselt), tuisen: B.v. Weelde oauwe gloaze knikker toesen vur twie-j-e huven?  toesən (Achel, ... ), Ik heb al mijn knikkers getuist.  tūsə (Hamont), verfoetelen: verfoetele (Kanne) handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] || Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] || marchanderen [ZND 01 (1922)] || sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)] || Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)] || Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)] || Tuisen: 1. ruilen, sjacheren. || Tuisen: ruilen, sjacheren. III-3-1, III-3-2