e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich verslikken zich verslikken: neet verkroppe (alleen figuurlijk gebruikt)  ziech verslikkə (Caberg) Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)] III-2-3
zich vervelen zich vervelen: ziech verveele (Caberg) niet weten wat te doen en daardoor onaangenaam gestemd zijn [moe worden, ruiteren, zich vervelen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich verwonderen opkijken: opkieke (Caberg), verpapzakt zijn: cf. WNT XX-I. kol. 1817, s.v. "verpapzakken". zie "; cf. WNT XIX, kol 218-220, s.v. "verbabbezakken - verbabzakken, verpapzakken"2. (veroud. behalve gewest. in Limb.) verbaasd, overbluft, verwonderd etc. staan  verpopzak zien (Caberg) verbaasd, bevreemd, verwonderd zijn [toezien, staan zien] [N 85 (1981)] III-1-4
zich zeer slecht gedragen de beest uithangen: de bies oethange (Caberg) zich zeer slecht gedragen, zich als een beest gedragen [beesten, opspelen, wallebak-ken, brakken] [N 85 (1981)] III-1-4
ziekelijk krankelijk: krenkelek (Caberg) Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)] III-1-2
ziekenhuis hospitaal: hospitaol (Caberg), klevarie: N.a.v. de naam Calvarieberg.  Klevarie (Caberg) Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)] III-1-2
zijde zij: pijn in de zij (Caberg), zeij (Caberg) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)] III-1-1
zijn neus snuiten snoeven: snouve (Caberg), snuiten: snòtte (Caberg) Snotteren: herhaaldelijk en hoorbaar de neus ophalen om deze vrij te maken van neusvocht (snotteren, snitteren, snutten). [N 84 (1981)] III-1-2
zijn tevredenheid betuigen prijzen: prijze (Caberg), stuiten: stuute (Caberg) zijn tevredenheid betuigen, zijn tevredenheid kenbaar maken [stuiten] [N 85 (1981)] III-1-4
zijn woede luchten afreageren: aofreageere (Caberg), zich laten gaan: ziech laote goon (Caberg) zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)] III-1-4