e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blijvend invalide afgekeurd: āfgǝkȳrt (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Willem-Sophia]) [N 95, 968] II-5
blinde schacht, tussenschacht schachtje: šęǝtjǝ (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een schacht die niet aan de oppervlakte uitmondt. Een dergelijke schacht wordt aangelegd om steenkoollagen te ontsluiten die tussen de verdiepingen zijn gelegen, en soms voor ventilatie- of vervoersdoeleinden. Zo merkt de respondent uit Q 3 voor de mijnen uit Winterslag en Waterschei op dat de "stortkoker" een blinde schacht is waar kolen en steen door afgevoerd worden en de "luchtschouw" een blinde schacht die uitsluitend wordt gebruikt voor de luchtverversing. Het verschil tussen een opbraak of een neerbraak en een tussenschacht was in de Nederlandse mijnen gelegen in het feit dat in een tussenschacht personenvervoer door middel van liftkooien was toegestaan. [N 95, 78; N 95, 181; monogr.; Vwo 134; Vwo 138; Vwo 206; Vwo 804] II-5
bloed bloed: blood (Heerlerheide), bloowt (Heerlerheide), het bloot (Heerlerheide) bloed [N 10 (1961)] III-1-1
bloedaders melkaderen: melkǭrǝ (Heerlerheide) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloedgang lekel: lēkǝl (Heerlerheide) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedluis bloedluis: blooetloes (Heerlerheide) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2
bloedworst bloedworst: bloo.twoe.sj (Heerlerheide), bloodwoesj (Heerlerheide), poettes: schj=ch van chocolade  poetes (Heerlerheide) bloedworst [N 06 (1960)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: blootzuger (Heerlerheide) bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bloem bloem: blōm (Heerlerheide), schj=ch van chocolade  bloom (Heerlerheide) Bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern, en is wit tot grauw van kleur. In verband met het onderscheid tussen ''meel'' en ''bloem'' (zie de toelichting bij het lemma ''gemalen en gezuiverd graan'') zijn de opgaven die op het begrip "meel" duiden zoals roggemeel, tarwe, tarwemeel uit dit lemma overgebracht naar het lemma ''gemalen en gezuiverd graan''. Ten aanzien van het woordtype "patent" zij opgemerkt dat de patentbloem komt uit het hart van de meelkern wiens kleur mooi wit is (Schoep blz. 12). De graad van fijnheid wordt aangegeven door "0" (zero). Hoe meer zero''s, hoe fijner de bloem. [N 29, 15c; N 29, 14b; N 29, 14a; N 16, 80; N 29, 16] || Bloem van het meel (bloem, dons, blom, blons?) [N 16 (1962)] II-1, III-2-3
bloem (alg.) bloemetje: bleumke (Heerlerheide) bloem III-4-3