e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bontmantel bontmantel: bondmantel (Amstenrade) bontmantel [N 23 (1964)] III-1-3
boog boog: boͅ.əch (Amstenrade) boog [RND] III-3-2
boom (alg.) boom: bom (Amstenrade) boom [RND] III-4-3
boomkruin kruin: WBD\\WLD  krūūn (Amstenrade) De bladdragende takmassa (kroon, kapruin, kruin). [N 82 (1981)] III-4-3
boordenknoopje hemdsknoopje: humesknöpke (Amstenrade) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
boos kwaad: kaoət (Amstenrade) boos, kwaad ten gevolge van een belediging [kwaad, boos, vuil] [N 85 (1981)] III-1-4
bord telloor: telleur (Amstenrade) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
bordenrek, schotelrek theerek: teerèk (Amstenrade) rekje aan de wand waarop bordjes of sierbordjes worden geplaatst (teerekske) [N 20 (zj)] III-2-1
borrel drupje: dröpkə (Amstenrade) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) borrelen: bòrələ (Amstenrade) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] III-4-4