e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beroerte beslag: bəsjláách (Amstenrade) Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)] III-1-2
beschimmeld beschimmeld: bəsjumməlt (Amstenrade) beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
bestemmen bestemmen: bəsjtömmə (Amstenrade) iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)] III-1-4
besvrucht, algemeen bes: WBD\\WLD  bès (Amstenrade) Een vlezige sapige vrucht die aan een struik groeit (bes, bizzem, bezie, beer, bees, bezing, baaie). [N 82 (1981)] I-7
beteuterd uit het huisje: ôêt ət hŭŭskə (Amstenrade) van zijn stuk gebracht, van streek [bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] III-1-4
betten van een wonde deppen: dèppə (Amstenrade) lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)] III-1-2
beugelen beugelen: by(3)̄gələ (Amstenrade) Het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven]. [N 88 (1982)] III-3-2
beugelring beugel: by(3)̄gəl (Amstenrade) De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)] III-3-2
beuk beukenboom: -  bu:kəboom (Amstenrade) beuk (Fagus) [DC 39 (1965)] III-4-3
beukennootje beukennootje: -  bu:kənuuətjəs (Amstenrade) beukennootje [DC 39 (1965)] III-4-3