e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
band reep: rēp (Amstenrade) In het algemeen de band die de houten duigen van een vat of kuip omspant en bijeenhoudt. De band is doorgaans van ijzer vervaardigd. Vroeger werden ook houten banden gebruikt. [A 19, 1a; monogr.] II-12
bandschort met borststuk helpenscholk: helpescholk (Amstenrade) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bang bang: bàng (Amstenrade) een min of meer beredeneerde vrees van iets hebbend [bang, schouw] [N 85 (1981)] III-1-4
bangerik bangeschijterd: ənnə bànge sjîêtərt (Amstenrade) iemand die altijd bang is [bloodaard, coion, bangerik] [N 85 (1981)] III-1-4
baret baret (<fr.): barèt (Amstenrade) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barrevoets barvoets: bɛrvəs (Amstenrade), op blote voeten: up blu.ətə vø.t (Amstenrade) blootvoets [RND] III-1-3
basiliek basiliek (<lat.): basiliek (Amstenrade) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
bed bed: be̝ͅt (Amstenrade) bed [RND] III-2-1
beddenwarmer warmwaterkruik: voor voeten te warmen  wèrmwaterkroek (Amstenrade) kruik, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen doorduwen: daodūūjə (Amstenrade), een steek onder water geven: sjtîêkə óngər wáátər géévə (Amstenrade) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1