e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bleek, flets zien blass (du.) uitzien: hè zūūt blàs ōēt (Amstenrade) bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksəm (Amstenrade) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] III-4-4
bloedwei leewater: leiwater (Amstenrade) hoe noemt men het waterachtige vocht van het bloed? [DC 09 (1940)] III-1-1
bloedworst bloedworst: bloodwōēsch (Amstenrade) bloedworst [N 06 (1960)] III-2-3
bloeien bloeien: blø̜̄i̯ǝ (Amstenrade) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] I-4
bloem (alg.) bloem: blo.mə (Amstenrade) bloemen [RND] III-4-3
bloembol bol: WBD\\WLD  bôol (Amstenrade) Het onderaards, met dikke balden bolvormig bekleed stengeldeel, waaruit een bloem kan groeien; een bloembol (klieste, klister, kleister, bol, bloembol, knol, ajuin). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemknop knoop: WBD\\WLD  knŏĕp (Amstenrade) De knop waaruit een bloem groeit (bot, bloembot, bloemknop). [N 82 (1981)] III-4-3
bluf behei: bəhèəj (Amstenrade), bohei (rh.): bəhèəj (Amstenrade) opscheppende taal [blaai, paf, ambras, stoef] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bluts bluts: blötsj (Amstenrade) Deuk: een buiging in een effen opppervlak door een stoot veroorzaakt (buts, bluts, bult, duts, deuk). [N 84 (1981)] III-1-2