18225 |
binnenstebuiten |
van links:
và léəngs (Q038p Amstenrade)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetès (Q038p Amstenrade)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18113 |
blaar |
blaar:
blaor (Q038p Amstenrade, ...
Q038p Amstenrade)
|
Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] || Een brandblaar. [DC 14 (1946)]
III-1-2
|
18096 |
blaasontsteking |
blaasontsteking:
blaosónsjtééking (Q038p Amstenrade)
|
Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blāt (Q038p Amstenrade),
blader:
blār (Q038p Amstenrade)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
19978 |
blaffen |
bletsen:
WBD/WLD
blètsjə (Q038p Amstenrade)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
24473 |
blauwe bosbes |
orbel:
-
orbel (Q038p Amstenrade, ...
Q038p Amstenrade),
zwarte orbel:
zwarte orbele (Q038p Amstenrade)
|
blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
24390 |
blauwe vleesvlieg, bromvlieg |
dikke vlieg:
dikke vleeg (Q038p Amstenrade),
WBD/WLD
dĭĕkkə vleech (Q038p Amstenrade)
|
bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
17691 |
blazen |
spoezen:
WBD/WLD
sjpōēzə (Q038p Amstenrade)
|
Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17986 |
bleek |
blass (du.):
hè zūūt blàs ōēt (Q038p Amstenrade),
bleek:
bleek (Q038p Amstenrade)
|
bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] || Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)]
III-1-2
|