e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
versierde schouderdoek witte voile (fr.): wetə vwal (Rosmeer, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
verstelbaar luik boven de varkenstrog voederkot: vø̜̄i̯ǝrkyt (Rosmeer) Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e] I-6
verstopte speen wrang: vraŋ (Rosmeer) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
vertellen verhalen: verholen: Duitsch  ĕn geschiedenis verhōlen (Rosmeer) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1
vertikale paal in een poort stijp: st‚ēp (Rosmeer) Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c] I-6
vervaldag bamistijd: ps. omgespeld volgens Frings.  baməstēd (Rosmeer) betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)] III-3-1
verwend kindje bedorven kindje: bedêrve kïnske (Rosmeer) bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)] III-2-2
vest kamizool (<fr.): kaməzol (Rosmeer) herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] III-1-3
vestzakje kamizoolsmaaltje (<fr.): kaməzolsmelke (Rosmeer) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vet te mesten stierkalf vetduurtje: vɛtdirkǝ (Rosmeer) Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a] I-11