e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vregelstok vregelstek: vrēgǝlstęk (Rosmeer) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vriend vriend: vrinden (Rosmeer) vrienden [ZND 44 (1946)] III-3-1
vriesweer gezond weer: gəzond wēͅr (Rosmeer) vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)] III-4-4
vriezenx bakken: bàkə (Rosmeer), vriezen: vrizə (Rosmeer) vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vroedvrouw wijsvrouw: wijsvraw (Rosmeer) Hoe noemt men de (gediplomeerde) vrouw die helpt bij de geboorte, indien er geen dokter aanwezig is? (nld. vroedvrouw) [ZND 46 (1946)] III-2-2
vrouw vrouw: vraw (Rosmeer) vrouw [ZND 04 (1924)] III-3-1
vrouwelijk jong van de geit germpje: gǝrenkǝ (Rosmeer) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kuiken pul: pęl (Rosmeer) [N 19, 41a; monogr.] I-12
vrouwelijk rund dat voor de eerste keer drachtig is eersteling: i̯ǫstǝleŋ (Rosmeer) [N C, 9e en 10a; JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 14a, 20 en 22] I-11
vrouwelijk schaap in het algemeen germ: gērm (Rosmeer), gęrǝm (Rosmeer), gɛrm (Rosmeer), ooi: ęi̯ (Rosmeer), schaap: sxōp (Rosmeer), šau̯p (Rosmeer) De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.] I-12