21660 |
verhogen |
opslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
oͅpslwə (Q093p Rosmeer)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33465 |
verhoogd dakgedeelte boven een poort |
poorthuisje:
pu̯ø̜thē̜ ̞i̯skǝ (Q093p Rosmeer)
|
Om de hoogte van een poort te vergroten kan men het dak erboven verhogen. De omvang van de dakverhoging kan van geval tot geval verschillen. De verhoging kan ook een apart zadeldak zijn, dwars op dat van de schuur of de stal. Zie ook afbeelding 22.b bij het lemma "terugwijkende dakrand" (4.2.1). [N 4A, 31]
I-6
|
34171 |
verkeerd liggen |
verdraaid zijn:
verdraaid zijn (Q093p Rosmeer)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
18001 |
verkillen |
krimpen:
krīmpe (Q093p Rosmeer)
|
kleumen (inkrimpen v. de kou) [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
18002 |
verkleumd |
half bevroren:
haaf bevrueure (Q093p Rosmeer),
verkleumd:
verkleemd (Q093p Rosmeer),
verkleëmd (Q093p Rosmeer)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ich ben verkaëd (Q093p Rosmeer)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
21685 |
verkwanselen |
versjachelen:
ps. omgespeld volgens Frings.
vəršaxələ (Q093p Rosmeer)
|
Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21659 |
verlagen |
afdoen:
ps. omgespeld volgens Frings.
oͅfdy(3)̄ (Q093p Rosmeer)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34165 |
verlopen |
verschieten:
(de koe heeft) vǝršwøtǝ (Q093p Rosmeer)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
34233 |
verse koe |
versgekalfde:
vjǫs˲xǝkāfdǝ (Q093p Rosmeer)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|