e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289b plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterspin waterspin: WLD (met aantekeningen)  waterspin (Leuken) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
wbd: afzeggen intrekken: Opm. de eerste e als bij Fr. woord père.  intrekke (Leuken) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek duur zijn: deur (Leuken), goed gaan: ze gaon good (Leuken) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: kwaod geldj (Leuken) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor geven: Opm. de eerste e als Fr. woord père.  geve (Leuken) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
wecken wecken: Ich hep tieën glaaze körse gewéktj  wékke (Leuken) wecken, inmaken van levensmiddelen III-2-3
weduwe wedevrouw: wieëdevrouw (Leuken), wedvrouw: Nederweert  wetvrow (Leuken) weduwe III-2-2
weduwnaar wedeman: weedemân (Leuken) weduwman III-2-2
weefspoel schietspoel: sxētspōl (Leuken) Pijpje met inslaggaren. De weefspoel is een houten schuitje waarin op een priem de pijpjes met inslaggaren worden vastgeklemd. [N 39, 105a; monogr.] II-7
weekbak weekbak: węjk˱bak (Leuken) Betonnen bak waarin de wissen geweekt worden. In Sint-Truiden (P 176) werden de wissen in een beek gezet om te weken, of drie maal per dag met water begoten. [N 40, 18; monogr.] II-12