e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289b plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weer naar het jaargetijde kroenekranenzomer: kroenekraane zoomer (Leuken) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerbarstig wars: waers (Leuken) obstinaat, tegen de draad in III-1-4
weerlichten weerlichten: waerleechte (Leuken), wèrlichte (Leuken) bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] || bliksemen, weerlichten III-4-4
weerlichtx weerlicht: werleecht (Leuken) weerlicht waarvan men de eigenlijke straal niet ziet, oplichtend aan de horizon [zeebrand] [N 22 (1963)] III-4-4
wei band: bānjtj (Leuken), wei: węi̯ (Leuken) In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-8
weiland in het algemeen wei: węi̯ (Leuken) Het totaal aan grasland waarop men de koeien kan laten grazen en waarop men kan hooien. [N 6, 33b; N P, 5; N 14, 50a; S 43; RND 20; A 10, 3; A 10, 4; monogr.] I-8
welig groeiend gelp: gêlp (Leuken) welig groeiend III-4-3
wendakkerhoeken hoeken: hōk (Leuken), voordelshoeken: vø̄rǝlshø̄k (Leuken) Bij het ploegen van de keerstrook of wendakker blijft, behalve als men na elke voor bij het keren de ploeg terugtrekt en aan de kant inzet, aan beide zijden van de wendakker een vierkant of rechthoekig keerstrookje over, dat thans vaak onbewerkt blijft, maar vroeger veelal met de schop (soms met de riek) werd omgewerkt. Een enkele keer diende het voor een ander gewas dan op de rest van de akker verbouwd werd. [N 11, 50b; N 11A, 125c; A 33, 7; N P, 1] I-1
wensen wensen: wînse (Leuken) wensen III-1-4
werkbank snitselbank: snitsǝlba.ŋk (Leuken) In het algemeen de houten bank waaraan de timmerman het hout bewerkt. Dit type werkbank is doorgaans aan de voorzijde ter hoogte van één van de poten en soms ook aan de zijkant voorzien van een houten bankschroef. Zie ook afb. 113. [N 53, 208a; monogr.] II-12