e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
armoede armoede: e.rəmōj (Maastricht), erremooi (Maastricht) armoede [ZND m] || niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)] III-3-1
armsgatuitsnijding armsgat: ęrǝms˲gāt (Maastricht) De uitsnijding voor de mouw bij het colbert. [N 59, 101a] II-7
armstoel fauteuil: fotuij (Maastricht), leuningstoel: leuningstool (Maastricht) armstoel || leuningstoel III-2-1
armvol arm: ennen erm huij (Maastricht), ɛrǝm (Maastricht), armvol: enen errem vol huij (Maastricht), enne errem vol höj (Maastricht), ennen ermvol höj‧ (Maastricht), ennen ervel höj⁄ (Maastricht), ennen èrrem vol huij (Maastricht), erm-vol (Maastricht), ermvòl (Maastricht), erremvol (Maastricht, ... ), erremvòl (Maastricht), errəmvol (Maastricht), eͅrmvol (Maastricht, ... ), hellever (Maastricht), hervel (Maastricht), héllever (Maastricht), èrrəmvol (Maastricht, ... ), èrrəmvòl (Maastricht), ɛrvǝl (Maastricht), ɛrǝmvǫl (Maastricht), ⁄nen erremvol huij (Maastricht, ... ) armvol [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
arresteren arresteren (<fr.): aresterə (Maastricht), arresteere (Maastricht), arrestere (Maastricht), àrrèsteerə (Maastricht), gevangen nemen: gevaange nöme (Maastricht), gevaangə neumə (Maastricht), inbrengen: inbringe (Maastricht), oppakken: oppakke (Maastricht), óppakkə (Maastricht), vangen: gevaange (Maastricht), vastnemen: gəvāāngə nūmmə (Maastricht) iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1
as van het vuur as: as (Maastricht), es is ¯n króm lètter: as is verbrande turf  as (Maastricht), asserade: Sjöd de asseraoj in d¯n drekbak  asseraoj (Maastricht) as || haardas || Hoe noemt u datgene dat uit de kachel komt en dat nog kan branden nadat de as eruit gezeefd is (van steenkool)? (bluskool, sintel, kooltjes, krikken) [N 104 (2000)] III-2-1
asbak assenbak: verklw. assebekske: bakje voor as van sigaren enz. E kopere assebekske  assebak (Maastricht) assebak III-2-1
asblok asblok: as˱blǫk (Maastricht) Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-13
asfaltpapier asfaltpapier: asfaltpǝpīr (Maastricht) Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.] II-9
asgat aslok: aslō.k (Maastricht), molenbalkgat: mø̄lǝbalǝkgā.t (Maastricht) Gat in de muur waarlangs de molenas het molengebouw binnengevoerd wordt. [Jan 81; Coe 74] II-3