e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
woelen woelen: Dit ww. betekent daarnaast ook hard werken.  wuule (Nunhem) Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, spollen). [N 84 (1981)] III-1-2
woest, onachtzaam lopen lopen wie een halve gare: hae luipt wie ne halve gare (Nunhem), stuiven: stoeve (Nunhem) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: woest, onachtzaam lopen [ragge, bollieje] [N 10 (1961)] III-1-2
wolfsdak wolfsdak: wǫlǝfs˱dāk (Nunhem) Zadeldak waarvan de topgevels zijn afgeknot. [N 4A, 23a; div.] II-9
wolfseinde schild: šeltj (Nunhem) Driehoekig dakvlak boven een afgeknotte gevel. [N F, 47c; N 4A, 23b; N 4A, 23a; monogr.] II-9
wolkenbank bank: bank (Nunhem) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wonde wonde: wônj (Nunhem) Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)] III-1-2
worstenbroodje worstenbroodje: woorstebrêûdje (Nunhem) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
wortelenvlaai moerenvlaai: maoreflaaj (Nunhem) Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)] III-2-3
wortels rooien lichten: lø̜xtǝ (Nunhem) Dennenwortels met een hefboom uit de grond trekken. [N 27, 8c] I-8
worteltje moortjes: meurkes (Nunhem) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] I-7