e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
collecte collecte: kollek (Bocholtz) De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteren collecteren (<fr.): kollekteren (Bocholtz) Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteschaal schaal: schaol (Bocholtz) De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
collectezakje klingelsbuidel: kliengelsbuul (Bocholtz) Een collectezakje (met belletje) aan een lange stok [kringel-, klingelsbuul?]. [N 96B (1989)] III-3-3
communicantje communicantje (<lat.): é communiecantje (Bocholtz) Een communicantje. [N 96D (1989)] III-3-3
communie kommunion (du.): kommelejoeën (Bocholtz) De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
communiebruidje bruidje: bruudje (Bocholtz) Een meisje in het wit dat de eerste H. Communie doet, bruidje [ingelche, wiesse kinger]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiefeest communiefeest: communiefes (Bocholtz) Het communiefeest. [N 96D (1989)] III-3-3
communiejurkje communiekleed: communiekleed (Bocholtz) Het communiejurkje, communiekleedje voor meisjes. [N 96D (1989)] III-3-3
communiepaar kommunionspaar: kommelejoenspaar (Bocholtz) Een tweetal bij de H. Communie, communiepaar [kómmelejoe-nspaar]. [N 96D (1989)] III-3-3