e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zetlat zetlat: zę.tla.t (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Een gerende lat die bij de aanleg van steengangen of galerijen op het bestaande gedeelte van het spoor wordt gelegd om op deze wijze te bepalen of men niet van het hellingspercentage afwijkt. Volgens een invuller uit Q 121 had de zetlat een lengte van 3.00 m. Hij werd reeds vooraf in de timmerwerkplaats gemaakt. Nadat de moetlijn was ingevoerd, gebruikte men de zetlat nog maar weinig. [N 95, 706] II-5
zetspie hering: h˙iǝreŋ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Spiekrik waarmee een metalen stijl, bijvoorbeeld een Gutehoffnungshüttestijl, tussen dak en vloer vastgeklemd kan worden. De woordtypen die verwijzen naar een vis zijn terug te voeren op het feit dat de spie een visvormig uiterlijk heeft (Lochtman pag. 83). [N 95, 345; N 95, 760 add.; monogr.; N 95, add.] II-5
zetten zetten: zitte (Eys) zetten [SGV (1914)] III-1-2
zeven zeven: zeve (Eys, ... ), zijen: z‧eͅi̯ə (Eys, ... ) zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3
zeven met de handzeef zeven: zēvǝ (Eys) Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.] I-4
zeverij zeverij: z˙ēvǝr˙ęj (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]) Plaats waar de kolen gezeefd worden. [N 95, 14; monogr.] II-5
zich bedenken zich bedenken: ze.x ˂bəde.ŋkə (Eys), zich bedinke (Eys), zich nog eens over-legen (< du.): ət˃ ze.x n‧oͅx ˂eͅ.ns øͅ.vərl‧ɛqə (Eys) van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich bemoeien met bemoeien: bemŭje (Eys) bemoeien [SGV (1914)] III-3-1
zich bij de prijswinnaars plaatsen op de lijst staan: o.p˃ də lī.s štoͅ.a (Eys), prijs vliegen: priesvlege (Eys) zich bij de prijswinnaars plaatsen? [N 93 (1983)] III-3-2
zich gedragen zich benehmen: ze.x˃ ˂bənø.mə (Eys), zich gedragen: ze.x˃ gədrā.gə (Eys), zich goed gedragen: ze.x˃ go.t˃ gədrā.gə (Eys), zich opvoeren: ze.x ˂o.p˃v‧ø̄rə (Eys), zich voegen: ze.x˃ v‧ōgə (Eys), zich veuge (Eys) handelen, optreden en reageren volgens een bepaalde [goede of slechte] norm [zich gedragen, zich dragen, zich verhouden, zich gebaren, zich geven] [N 85 (1981)] || zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)] III-1-4