e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289h plaats=Boshoven

Overzicht

Gevonden: 811
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roepnaam van de hond zoek: eieg.: roepnaam bij kinderen  soek (Boshoven) hond III-2-1
roepwoord om de klokhen te lokken kloek, kloek, kloek: kluk, kluk, kluk (Boshoven) [N 19, 44c; A 6, 2c] I-12
roepwoord voor de geit met: mɛt (Boshoven) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roerzeef passe-vite: pas˃vit (Boshoven) roerzeef III-2-1
roet kruis: krūs (Boshoven) roet aan pan III-2-1
roet2 roet: rōt (Boshoven) roet III-2-1
rollen draaien: drɛi̯jǝ (Boshoven) De koe tijdens het kalven op de rug wentelen. [N 3A, 50] I-11
rolluik jaloezie: žalǝzi (Boshoven) Vensterluik, bestaande uit smalle, horizontale latjes die met behulp van kettingscharnieren of linnen banden aan elkaar bevestigd zijn en boven het venster op een in een kast aangebrachte horizontale as kunnen worden opgerold. Het rolluik kan doorgaans van binnenuit door middel van een trekband geopend en gesloten worden. [N 55, 70; monogr.; L 1 a-m, add.; L 32, 75b add; L 1u, 17 add.] II-9
roodbonte koe van het donkerrode type rode koe: rui̯ [koe] (Boshoven) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 121a] I-11
roodbonte koe van het oranjerode type rode koe: rui̯ [koe] (Boshoven) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 121b] I-11