e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bengel deugniet:   bengel (Kaulille, ... ), bengəl (Grathem), bèŋəl (Neerpelt), galgenaas:   bengel (Simpelveld), guit, schalk:   bengel (Neerpelt, ... ), bĕngel (Rosmeer), bɛ̄ŋəl (Stokkem), klepel:   bengel (Jeuk, ... ), bingel (Eys, ... ), de bengel (Meerssen, ... ), de bingel van də klok (Lanaken), knuppel, knots:   baeŋəl (Brustem), beingel (Nieuwerkerken, ... ), bengel (Duras, ... ), bengəl (Alken, ... ), beͅngəl (Herk-de-Stad), beͅŋe (Zepperen), beͅŋəl (Alken), buingel (Zepperen), bø͂ͅngəl (Hoepertingen), bɛŋəl (Groot-Gelmen), ongehoorzame jongen:   bengel (Amby, ... ), bengəl (Wijnandsrade), beͅŋəl (Meeuwen), bingel (Hoensbroek), bingəl (Venlo), bèngəl (Heel, ... ), eine bengel (Neer), ongehuurzame bengel (Venlo), Het woord heeft echter een meer algemene betekenis van ondeugende jongen.  bengel (Tienray), restant zoogdieren:   bengel (Blitterswijck, ... ), schelm:   bengəl (Echt/Gebroek, ... ), slecht mens, slechte kerel:   bengel (Simpelveld), stoutmoedig:   bengel (Herten (bij Roermond), ... ), twijg:   bɛŋǝl (Kerkom, ... ) I-10, III-1-2, III-1-4, III-3-1, III-3-3, III-4-2