21448 |
dingen |
afdingen:
deŋə (L415p Opoeteren),
kledij, kleren:
`t dingen (L286p Hamont, ...
K353p Tessenderlo),
dinge (K318p Beverlo, ...
P046p Linkhout,
P051p Lummen,
K353p Tessenderlo),
dingen (K357p Paal, ...
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo),
het dingen (K358p Beringen),
ət deŋə (K318p Beverlo),
ət əŋən (Q001p Zonhoven),
kleed:
`t dinge (L192p Bergen),
linnen, linnengoed:
deŋǝ (K318p Berverlo, ...
K357p Paal,
K353p Tessenderlo),
dęŋǝn (P056p Stokrooie),
menstruatie:
die dinge (L266p Sevenum),
onderhandelen:
dinge (L369p Kinrooi),
wasgoed:
dénge (Q071p Diepenbeek),
Dit werd ook gezegd. (Ich moet de was nog wassen; Ich moet \'t dingen nog wassen).
het dingen (L353p Eksel)
II-7, III-1-3, III-2-1, III-2-2, III-3-1
|
|