18253 |
falie |
[falie]:
fa.lī (L416p Opglabbeek),
fa.ljə (P048p Halen),
faaje (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
faaje(l) (Q033p Oirsbeek),
faaje(n) (Q030p Schinveld),
faajə (L426z Holtum),
faalie (L333p Asenray/Maalbroek, ...
L422p Lanklaar,
L290p Panningen,
L318b Tungelroy),
faalje (Q102p Amby, ...
Q102p Amby,
Q103p Berg-en-Terblijt,
Q029p Bingelrade,
Q035p Brunssum,
Q035p Brunssum,
L426p Buchten,
L381p Echt/Gebroek,
Q018p Geulle,
L328p Heel,
L320p Hunsel,
L434p Limbricht,
Q016p Lutterade,
L377p Maasbracht,
L382p Montfort,
Q022p Munstergeleen,
L321p Neeritter,
L427p Obbicht,
Q032a Puth,
Q030p Schinveld,
Q020p Sittard,
Q014p Urmond,
Q101p Valkenburg),
faille (P164p Neerhespen (WBD)),
faje (L430p Einighausen, ...
L429p Guttecoven),
fale (Q011p Boorsem),
fali (K353p Tessenderlo),
falie (L250p Arcen, ...
L295p Baarlo,
L295p Baarlo,
L327p Beegden,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L215p Blitterswijck,
L360p Bree,
L323p Buggenum,
L320a Ell,
L380p Genooi/Ohé,
L326p Grathem,
L249p Grubbenvorst,
L291p Helden/Everlo,
L330p Herten (bij Roermond),
L292p Heythuysen,
L325p Horn,
L325p Horn,
L246p Horst,
L379p Laak,
K278p Lommel,
L248p Lottum,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L245p Meterik,
Q196p Mheer,
Q196p Mheer,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
Q033p Oirsbeek,
K315p Oostham,
K357p Paal,
L290p Panningen,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L420p Rotem,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L313p Sint-Huibrechts-Lille,
L385p Sint-Odiliënberg,
Q187p Sint-Pieter,
L378p Stevensweert,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L289p Weert,
L289p Weert,
L213p Well),
faliej (L217p Meerlo),
falje (Q203p Gulpen, ...
Q113p Heerlen,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q117b Rimburg,
Q118p Schaesberg),
fallie (L191p Afferden, ...
K318p Beverlo,
L247p Broekhuizen,
L165p Heijen,
L211p Leunen,
K278p Lommel,
L265p Meijel,
L265p Meijel,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L246a Swolgen,
L215a Wellerlooi),
fao.ële (Q001p Zonhoven),
faolie (L322p Haelen),
fāālje (Q027p Doenrade, ...
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q105p Heer),
fālej (Q012p Rekem),
fāli (L422p Lanklaar, ...
L422p Lanklaar),
fāliə (L420p Rotem),
fāləj (Q009p Mechelen-aan-de-Maas, ...
Q010p Opgrimbie),
fa͂:əli (K357p Paal),
foalie (L244b Griendtsveen),
foalje (Q196a Banholt),
fōͅli (L282p Achel, ...
L286p Hamont),
foͅljə (Q093p Rosmeer),
fâllie (L164p Gennep),
(fr. mérinos).
falie (L296p Steyl),
(is verouderd).
faalje (Q104a Limmel),
(verouderd).
fale (Q098p Schimmert),
(wordt gebruikt bij begrafenissen).
falie (L298p Kessel),
(z. fip(per)). p. 109: fip(per), Uitdr. Tusse de fip(per) en de falie: tussen twee moeilijkheden, tussen hangen en wurgen. [-> fip(per) gn. syn. v. falie, rk]
falie (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
[mv.?]
fa.ljəsə (P048p Halen),
[sic]
vaije (Q104p Wijk),
Dit droegen de vrouwen zes weken na de dood van een naast familielid.
falie (L360p Bree),
Gedragen door nauwste familie.
faaje (L430p Einighausen),
in rouwtijd
faalje (Q035p Brunssum),
Kil. falie.
faalje (Q101p Valkenburg),
kort uitspreken
falie (L216p Oirlo),
Rijnl. falje, Wa. faye < Fr. faile < Lat. velum.
faalje (Q095p Maastricht),
Vgl. Fr. faille.
faalie (L289p Weert),
zeer kort uitgesproken
faallie (L164p Gennep),
Zie ook plak.
faaje (Q020p Sittard),
ZND35,010b: [neen]
faalie (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
fali (L415p Opoeteren),
falie (L317p Bocholt, ...
L363p Ellikom,
Q088p Lanaken),
fâli (L414p Houthalen),
följe (Q089p Martenslinde),
ZND35,010b: [neen]. Wel vroeger bij de vrouwen.
falie (P056p Stokrooie),
ZND35,010b: [niet meer in gebruik; zeer uitzonderlijk nog (oude vrouwen)]
faolie (K360p Heusden),
ZND35,010b: Bestaat niet veel meer. Bij eenige kleine boeren of werkmenschen.
falie (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ZND35,010b: Bestaat nu niet meer.
falie (L316p Kaulille),
ZND35,010b: Bij begrafenis door echtgenoote van de overledene gedragen.
fāli (L416p Opglabbeek),
ZND35,010b: Bij eenvoudige boerenmenschen.
faalje. (L371a Geistingen),
ZND35,010b: Bij heel oude vrouwen.
falie (L413p Helchteren),
ZND35,010b: Bij nog bijna alle personen.
falie (L358p Reppel),
ZND35,010b: Bij oude gewone volkschmenschen.
falie (L368p Neeroeteren),
ZND35,010b: Bij oude vrouwpersonen.
falie (Q007p Eisden),
ZND35,010b: Bij oudere vrouwen ter gelegenheid van een begrafenis.
faalie (K359p Koersel),
ZND35,010b: Bij sommige (heel) oude mijnwerkers.
follie (K318p Beverlo),
ZND35,010b: Bij sommige oude vrouwen.
falie (K315p Oostham),
ZND35,010b: Bijzondere, of eenvoudige mensen?
fāləj (Q010p Opgrimbie),
ZND35,010b: De oude vrouwen dragen een falie, jongere vrouwen daragen een vaal.
falie (K357p Paal),
ZND35,010b: De oudere vrouwen rond de 70-80 j. dragen de falie nog.
falie (L366p Gruitrode),
ZND35,010b: Dit gebruik bestaat nog bij de oude boerenvrouwen, doch het gaat langzaam weg.
falie (L368p Neeroeteren),
ZND35,010b: Een falie wordt alleen gedragen den dag van de begrafenis.
falie (L372p Maaseik),
ZND35,010b: Niet meer in gebruik.
faalie (L355p Peer),
ZND35,010b: Nog in gebruik bij groote boeren van den ouden stempel.
folie (L286p Hamont),
ZND35,010b: onbekend.
falie (Q158p Riksingen),
ZND35,010b: Oudere menschen, nog heel zelden.
falie (L317p Bocholt),
ZND35,010b: Veel minder, nog bij lagere volksklasse.
falie (L362p Opitter),
ZND35,010b: Vroeger algemeen, nu bij oudere eenvoudige lieden.
faalie (Q005p Zutendaal),
ZND35,010b: Zeer zeldzaam nog, bij ouderwetsche boerenvrouwen. Voor de jaren 20 veel in gebruik.
falie (L415p Opoeteren),
ZND35,010b: Zeer zeldzaam. Bij heel ouderwetsche boerenvrouwen.
falie (L415p Opoeteren),
zware stof
folie (L318b Tungelroy),
gezicht (spotnamen):
falie (L381p Echt/Gebroek, ...
Q095p Maastricht),
hul:
faalje (L427p Obbicht),
kapmantel:
falie (L269a Hout-Blerick),
omslagdoek (alg.):
faalje (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
falie (L434p Limbricht, ...
L329p Roermond,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond),
in de rouwtijd wollen doek overt hoofd
fallie (L265p Meijel),
was lang en zwart en werd gewoonlijk bij rouw gedragen
falie (Q196p Mheer),
rouwsluier:
faalje (L381p Echt/Gebroek, ...
L328p Heel),
falie (L317p Bocholt, ...
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
L266p Sevenum),
faljə (Q284p Eupen),
fallie (L265p Meijel),
foalie (Q003p Genk),
fâlie (L216p Oirlo),
cf. CV s.v. "falie"(gedragen bij lijkdiensten en begrafenissen cf. id. WNT s.v. "falie (I)
fali (K353p Tessenderlo),
gedragen door vrouwen die naar de begrafenis gingen
faalie (L318b Tungelroy),
grote, zwarte doek, doe over het hoofd en het lichaam gedragen werd en ongeveer tot de grond reikte
falie (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216a Oostrum,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
fállie (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216a Oostrum,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
lange sluier
faliej (L320a Ell),
ouder
falie (L245b Tienray),
rouwsluier aan een hoed:
fa:əli (K357p Paal),
falie (Q095p Maastricht, ...
L329p Roermond),
foͅili (K318p Beverlo),
(niet aan een hoed)
fallie (L265p Meijel),
cf. VD s.v. "falie"1. (gew. en veroud.) zwarte sluierdoek
fali (K318p Beverlo),
sierlijke omslagdoek:
fali (K358p Beringen),
slons (slodder?):
faalie (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
voile:
faalie (Q033p Oirsbeek),
falie (L382p Montfort),
fállie (L210p Venray),
vállie (L164p Gennep),
voile [2]:
falie [fali} (Q096c Neerharen),
foͅili (K318p Beverlo),
want:
faie (K357p Paal),
zijden omslagdoek:
fali (K358p Beringen),
falie (L322a Nunhem),
fālī (Q009p Mechelen-aan-de-Maas)
III-1-1, III-1-3, III-1-4, III-2-2
|
|