e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
slecht weer druilerig en koud weer:   slech waer (Thorn), tegenwind, met ~ vliegen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  slaech waer (Bilzen) III-3-2, III-4-4
slecht werk prutswerk:   slech werk (Noorbeek, ... ), slecht werk (Thorn), wat ə slecht werk (Oostham), warbouw:   šlɛx werk (Roermond) II-6, III-1-4
slecht werk doen prutsen:   slech werk doon (Hoensbroek), verbruien:   sjlech werk doon (Schimmert) III-1-4
slecht werk leveren verbruien:   sjlech werk levere (Schimmert) III-1-4
slecht wijf gemene vrouw:   èè slecht wi-jf (Bree), prostituée:   slecht wief (Eksel) III-1-4, III-2-2
slecht worden flauwvallen:   sjlech wedde (Gulpen), šlēͅ.ət weͅ.adə (Eys) III-1-2
slecht zijn zich niet lekker voelen:   sjléch zeen (Brunssum) III-1-2
slecht zitten niet passen:   slech zitte (Geleen) III-1-3
slechte beestachtig persoon; beestachtig: vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon  sjléchte (Gronsveld), met zwakke werking:   slechte (Meijel), onvruchtbare grond:   slēxtǝ (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), slɛxtǝ (Kinrooi, ... ), zand, zandgrond:   šlɛxtǝ (Eisden) I-8, II-1, III-1-4