e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
strangen teugel, leidsel:   straŋǝ (Gingelom, ... ), veldstrengen:   stráŋǝ (Beringen, ... ), stręŋ (Bocholt, ... ), strɛŋ (Henis, ... ), štrɛŋ (Beek  [(sg štraŋk)]  , ... ), vloeken:   strángə (Loksbergen) I-10, I-2, III-3-1
strangenbezem straatbezem:   strànge (Stevensweert) III-2-1
strangpers strengpers:   straŋpērsǝ (Maaseik), štraŋkpę ̞rs (Nunhem) II-8
strangperssteen machinale steen:   štraŋpę ̞rsštęj.n (Tegelen) II-8
strangtoebak tabakspruim:   štraŋtubak (Eupen) III-2-3
strank garveband:   stra.ŋk (Neeroeteren  [(vroeger)]  ), hazenleger:   strank (Bilzen), kegelspel add.: De strá.nk ter dooëróó.ët hooën.  strá.nk (Zonhoven), koptouw:   straŋk (Venlo), strekel, wetstok:   strank (Hulst Konijnsberg) I-11, I-3, I-4, III-3-2, III-4-2
strankelen glijden:   strinkələ (Mal) III-1-2
strant brutaal:   he is strant (Grote-Spouwen), heij is strant (Tessenderlo), heije es strand (Loksbergen), hey is strānt (Sint-Lambrechts-Herk), hi is strant (Sint-Truiden), hie is straent (Sint-Truiden), hieə es strant (Hasselt), hij is straont (Sint-Truiden), hĭē es strānt (Diepenbeek), straant (Achel), strant (Ell, ... ), onbeschaamd:   strant (Ell, ... ), strant zien (Maastricht) III-1-4, III-3-1, III-3-1
strant (bn.) opscheppen:   strant (Ell, ... )