e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
strontbloem paardebloem: ook op blz. 366. Voor de uitgebloeide plant  strontbloem (Meijel) III-4-3
strontboer boertje, kleine boer:   strontboer (Kuringen, ... ) I-6
strontbosjes schitbossen:   strǫnt˱bø̜skǝs (Bree) I-3
strontbossen schitbossen:   stront˱bęs (Opglabbeek), strǫntj˱bø̜s (Thorn), strǫnt˱bø̜s (Meijel), strǫnt˱bęs (Linde), (enk)  strǫnt˱bǫs (Gruitrode, ... ) I-3
strontbreker riek of schop om mestplakken en molshopen te verspreiden:   strǫnt˱brē̜kǝr (Hoeselt) I-2
strontdarm darmen:   strǫntdɛrm (Opglabbeek), strǫntdɛrǝm (Opitter), endeldarm:   strôntderm (Maastricht), Ordinair.  strontjderm (Baexem) II-1, III-1-1
strontdoek luier:   sjróntdook (Susteren), stronddyk (Sint-Truiden) III-2-2
strontemmer gierschep, gieremmer:   stro.nt˱ømǝr (Bunde) I-1
stronten de stal uitmesten:   strontǝn (Oostham), koekje:   stro.nte (Hasselt) I-2
stronten breiden mestplakken verspreiden:   strǫ.ntǝ brɛ̄n (Beringen, ... ) I-11, III-2-3