e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vel af schrammen:   vel aaf (Thorn), vel aaf hôbbe (Schimmert) III-1-2
vel afdoen afhuiden:   vęl ǭfdūn (Diepenbeek), vɛl āfdun (Leunen), vɛl āfdōn (Kaulille, ... ), vɛl āfdōwǝ (Mechelen), vɛl āfdūǝ (Oirsbeek), vɛl ǭfdun (Eijsden), vɛ̄l afdun (Neerpelt) II-1
vel aftrekken afhuiden:   fɛl aftrękǝ (Nieuwerkerken), vel aftrekken (Beringen), vɛ.l āftrękǝ (Tegelen), vɛl āftrękǝ (Maasmechelen), vɛl āftrɛkǝ (Bleijerheide, ... ) II-1
vel bijeendoen de huid oprollen:   vel bīndun (Beringen), vɛl bī īndōn (Kaulille) II-1
vel doorsnijden de huid doorsnijden:   vęl dǫwrsnē̜j (Waasmont), vɛl dursnęn (Sint-Truiden) II-1
vel en knoken zwak en mager persoon:   vê.l eͅ.n knőͅə.k (Moresnet) III-1-1
vel en schenkelen zwak en mager persoon: Gezegd voor een mager iemand.  t is niks as vèl en sjinkele (Nunhem) III-1-1
vel losmaken afhuiden:   fɛl losmākǝ (Helchteren), vɛl losmākǝ (Gruitrode) II-1
vel met haren schrabsel:   vē̜l mɛt uǫrǝ (Tongeren), vɛl mɛt hǭrǝn (Mesch) II-1
vel opeenrollen de huid oprollen:   vɛl ǫpē̜nrǫlǝ (Tongeren) II-1