e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
venijn gemene vrouw:   t es e feruein (Bilzen), t es e vernēn (Gelinden), t es ə vənên (Koninksem), t is e venijn (Zichen-Zussen-Bolder), t is e venèn (Wellen), t is ē vene͂n (Sint-Truiden), t is veneen (Niel-bij-As), t is ë fënien (Lanklaar), t is ö fönɛ̄n (Oostham), tes e vernyn (Kuringen), tisəvənɛ̄n (Sint-Truiden), tɛs ə fərnin (Mechelen-aan-de-Maas), tɛz ə fənīn (Rekem), venien (Born, ... ), venijn (Hoeselt, ... ), venīēn (Roermond), venèè.ën (Zonhoven), venê"n (Beverlo), vənien (Montfort), vənīēn (Venlo), vənéjən (Loksbergen), ’t es e vənīn (Sint-Huibrechts-Lille), gif:   venieen (Weert), venien (Reppel), v’nieën (Bocholt), fig.  veni-jn (As), nachtvlinder:   fənien (Hout-Blerick), ongedierte, algemeen:   fənēͅn (Leopoldsburg), vənai̯n (Tongeren), vənēͅn (Lummen), vəneͅin (Velm), vəneͅi̯n (Maaseik), vəneͅi̯ən (Zelem), vəneͅn (Vliermaal), vənin (Neerpelt), vənīn (Eisden, ... ), vənɛi̯n (Overpelt), vənɛi̯ən (Donk (bij Herk-de-Stad)), vənɛn (Riksingen), vənɛ̄īn (Zolder), vənɛ̄n (Hechtel), vənɛ̄ən (Halen), vərnīn (Mechelen-aan-de-Maas), #NAME?  vərnain (Mal), (?? = lang) alle stekende insekten  venîên (Munstergeleen), bedoeld vals, karakter  venien (Neeritter), bijtende stof  vənēͅn (Beringen), bladluis en dergelijke  veninj (Meijel), veninjt (Meijel), Bree Wb. fig. gebruikt: zegsw. Het veni-jn zit in de start  veni-jn (Bree), dat is ongesiefer met hardnekkige beten of i.d.  venijn (Oost-Maarland), eigen spellingsysteem  venien (Caberg), eigen spellingsysteem n gemeen persoon  venien (Wijk), eigen spellingsysteem een venijnig dier  venien (Mesch), eigen spellingsysteem lastbrengend  fenien (Hoensbroek), eine nachtvlinder  eine veniën (Hout-Blerick), hinderlijke diertjes op het lichaam  vɛnēn (Grote-Spouwen), idiosyncr. serpent  veneən (Borgloon), idiosyncr. uitspraak: lezen zoals t er staat / betekenis: vergif  venien (Maastricht), idiosyncr. wispe, hoostele, törre, mukke, vlindere, waterjuffers, veenmul  venien (Grathem), kwade vrouw  vəneͅiən (Brustem), nijdig beestje, bijv. mug  vənɛ̄n (Borlo), pijn veroorzaakt door het steken v/e insekt  venīēn (Sevenum), plaagt de mensen (bijv. muggen)  vənɛi̯n (Hoeselt), stekend insect  vənin (Bree), Veldeke gift, dat door steek (wesoen) of in de volksverbeelding (door padden, spinnen, mieren etc.) door beet uitgespuwd wordt. (terecht en ten onrechte) ook door zoog. "wil verke"(n plat rond wormpje tussen stenen (vochtig) of sjie?rwörm (kruipend insekt met aan t achtereind n schaar  venien (Ulestraten), venijn uitspr. venien = vergif  venien (Aldeneik), voor stekend gedierte  vənēͅn (Romershoven), WLD (indien mogelijk) betrekking op mens / serpent, valserik  fenien (Grevenbicht/Papenhoven), WLD Additie bij vraag 3: = akelig persoon  ve-nīēn (Schimmert), WLD naar ik meen, zegt men dit bijv. van fruitbomen, die op een bepaalde tijd gespoten moeten worden, daar er anders ongedierte, met een verzamelnaam "venien", op komt  venien (Urmond), taxus: Endepols  vé-nijn (Maastricht), vlinder:   (fenient) (Swolgen), fenient (Meerlo), fərmen (Neerpelt), fərni.n (nacht-) (Sint-Huibrechts-Lille), venijn (Overpelt), nachtvlinder  frənien (Bocholt) III-1-2, III-1-4, III-4-2, III-4-3
venijn van een wijf gemene vrouw:   vənééjn vànə wééjf (Lommel) III-1-4
venijnboom taxus:   venijnboom (Geulle, ... ) III-4-3
venijnig boos:   veni-jnig (As), gemene vrouw:   vənienich (Wijnandsrade), ongedierte, algemeen: bedoeld vals, karakter  venienig (Neeritter), eigen spellingsysteem  venienig (Beek), ged. WLD, ged. eigen spellingsysteem Additie bij vraag 3: wel: venijnig (ij: zeer kort) = boos  venijnig (Borgharen), geniepig, geraffineerd  vĕnīēnig (Stevensweert), idiosyncr.  venainig (Borgloon), idiosyncr. diertjes en vliegjes die steken (bijen, wespen, muggen en heel kleine haast onzichtbare mugjes  venienige (Blerick), men spreekt wel eens van een "venienig mins": giftig (kwaad)  venienig (Thorn), Veldeke wordt gezegd van muggen of ander stekend of bijtend ongedierte. Men brengt al of niet venienig zijn in verband met weersverandering  venienig (Montfort), WLD Additie bij vraag 3: = aanduiding v. een persoon (iemand die gauw kwaad wordt)  venieníge (Schimmert), WLD Additie bij vraag 3: b.v. bijtend spul  venīēnig (Schimmert), WLD betekent boos, bitter, vergiftig  veníenig (Roermond), WLD venienig gedierte / giftig gedierte  venienig (Maasniel) III-1-4, III-4-2
venijnig schepsel gemene vrouw:   t es e vennènig skepsel (Heers) III-1-4
venijnig wijf gemene vrouw:   t es e venienig wief (As), t es oe venijnig wiff (Beringen), vənienig wief (Montfort), zoe"venê"nig wê"f (Beverlo) III-1-4
venijnige, een - gemene vrouw:   tezənvənainigə (Martenslinde) III-1-4
venijnige, een ~ gierigaard:   vernijnige (Sint-Truiden) III-3-1
venijnisch ongedierte, algemeen: WLD d.i. gemeen: en mug / w?sp is venijniesj  venijniesj (Hoensbroek) III-4-2
venijnsmus vlinder:   venīnsmŭs (Baarlo) III-4-2