e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
verzuren zuurtijd:   verzuren (Rekem) II-1
verzuurde melk geronnen melk:   vǝrzūrdǝ mɛlk (Martenslinde) I-11
verzwaarde dorpel slof:   vǝrzwǭrdǝ dø̜rpǝl (Ottersum) II-9
verzwaarstuk ballast:   vǝrzworstøk (Meijel) II-3
verzwaren de eg regelen:   vǝrzwǭrǝ (Middelaar, ... ) I-2
verzwaringslaag maallaag:   vǝrzwū.reŋslǭ.x (Maastricht) II-3
verzwartselen verschalen: Este di-j pi-jntsj beer neet wi-jer ûtdrinks, geit ze verzwatsele  verzwatsele (As, ... ) III-2-3
verzweren zweren, etteren:   de wown zal verzweejre (Borgloon), dej won zal verzwere (Sint-Truiden), dēͅ won gi vərzwērə (Herk-de-Stad), djéə wō.ən zal vərzwiərə (Gutshoven), dè woeən git verzwiëre (Heers), dè wond zal verzweren (Sint-Truiden), versjwĕre (Merkelbeek), verzwiëre (Heers), vərzwe:rə (Voort), vərzwijərə (Hoepertingen), Etteren wordt niet gebruikt.  daiə won zal verzweere (Nieuwerkerken) III-1-2
verzwering ontsteking:   verzwaering (Weert), verzwering (Ophoven, ... ), verzwiejering (Wellen), verzwiering (Maaseik), verzwieëring (Maaseik), verzwêring (Genk), vërzwêering (Tongeren), uitslag onder de neus:   verzwēring (Genk) III-1-2
verzwikken verstuiken: [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  verzwikke (Boorsem) III-1-2